Kom dat tegen!

Wie mijn woning wil bereiken, dient gebruikt te maken van een vrij smal en onverhard bospad, dat zich ’s nachts bovendien in een Egyptische duisternis hult. Het is niet echt een hachelijke onderneming, al moet je vooral bij kliederig weer niet te voortvarend handelen en enige stuurvaardigheid aan de dag leggen, om niet uit te glijden en in de belendende percelen terecht te komen, waar stugge stammen in slagorde opgesteld staan.

Ik had gisteravond een vriend op bezoek en toen hij iets na middernacht naar huis terugkeerde, is hij op dat pad aan het slippen gegaan en kledder tegen een boom geknald. Nu ja … geknald … laten we het geschoven noemen, want men kan dat weggetje bezwaarlijk een formule 1-circuit noemen. Hij beweerde bij hoog en laag dat hij op de rem ging staan, omdat er plotsklaps een enorm everzwijn ─ met zijn handen toonde hij het formaat van een volwassen bizon ─ in het licht van zijn koplampen tevoorschijn sprong. Ik geloofde hem onvoorwaardelijk, want hij is allesbehalve een fantast en hij gebruikt nooit alcohol of andere verdovende substanties.

Enkele jaren geleden wemelde het hier van de everzwijnen ─ ik overdrijf, en niet zo’n klein beetje! ─ maar volgens het zeggen van stoere jagers hadden ze die uitgemoord. Tja, stoere jagers zijn aan hun eerste leugen niet gebarsten, voor hun tweede niet opgehangen en in hun derde niet gestikt.

Ik kan voortaan dus maar beter op mijn hoede zijn als ik buitenkom.

ever

The Author