Touché!

Ik scheerde als een zwaluw door de supermarkt en worstelde in vrije stijl met mijn scheurijzer. Als er iets is waar ik weinig of geen verstand van heb, dan is dat van het beteugelen van zo’n balsturig boodschappenwagentje, maar dat is hier, geloof ik, al eerder aan bod gekomen.

Ik had nog een afspraak en probeerde zo goed en zo kwaad als het ging een beetje door te karren, waardoor ik na het inslaan van een zijstraat bijna een ander voertuig ramde. Aan boord daarvan bevond zich een kleuter, wiens moeder iets verderop een rek met afgeprijsde goederen bezienswaardigde. Het jongetje keek me met grote ogen aan en riep:
─”Opa! Opa!”

Tja, dan weet je ’t wel! Ik schoot weliswaar in de lach, maar dat ging niet echt van harte. Het was immers de allereerste keer dat iemand me voor opa versleet en me aldus een ouwelullengevoel gaf. Beweert men niet dat men de waarheid uit een kindermond hoort? Ik kan mezelf dus niet langer voorliegen dat ik jong ben en zal voortaan steeds vaker tegen mijn leeftijd aanlopen. Ouder worden is een ramp die steeds weer toeslaat.

Ik zocht troost in een kop koffie, kreeg het gezelschap van een vriendin en vertelde haar het voorval.
─”Sneeuw op het dak betekent niet dat de kachel niet brandt,” monkelde ze “maar toch innige deelneming met je verouderingsproces. Vooruit! Pak je tanden en je looprekje. We gaan naar huis.”

Ze heeft de duivel in me wakker gemaakt. Mij komt de wraak toe en de vergelding!

The Author