Minnekozen

Toen ik gisteren op de sofa lag, zocht een van mijn poezen toenadering. Ze beklom mijn borst en begon te boteren. Zo noemt men het zachte trappen met de voorpoten, dat men ook als stampen, melken of kneden omschrijft en waarmee katten uiting geven aan hun welbehagen.

Vervolgens nestelde ze zich in mijn okselholte. Aanvankelijk genoot ze spinnend van mijn strelingen ─ ik noem het minnekozen, want dat vind ik zo’n mooi woord ─ maar plots haalde ze uit. Zonder enige aanleiding schoot haar poot naar mijn gezicht en met de daaraan bevestigde klauwen scheurde ze mijn wang. Wel gotverdomme hier en gunter! Wat een vals scharminkel!

Katten horen eigenlijk de krullen van trap te krabben, maar de trap in mijn huis is volgens steenkundigen van arduin of graniet ─ al houd ik het persoonlijk liever bij marmer ─ en vertoont dus geen krullen. Ik zal vandaag weer ten overvloede mogen uitleggen waar die jaap in mijn smoel vandaan komt en het is nog zeer de vraag of men me zal geloven.

The Author