Tag: Rome

Knietje

Het middagjournaal van kerstdag bracht me naar Rome, of beter gezegd naar Vaticaanstad, waar de paus onder meer overgegaan was tot het opdragen van een middernachtmis. Als een soort hors-d’oeuvre had hij eerst een kerststal onthuld en toen ik hem dat zag doen, wist ik meteen dat dit akkefietje niet onbesproken zou blijven. De beelden waren immers gesneden brood, om niet te zeggen een hapklare brok, voor verdorven geesten en olijke stukken vlees. Het spreekt vanzelf dat ik enkel tot die laatste categorie behoor.

De paus ontsluierde immers een beeldje, voorstellende het kind Jezus dat in de kribbe lag, en bedacht de pasgeborene met een liefdevolle kus op het knietje. De televisiecamera vereeuwigde dat moment en heel even was het volstrekt onduidelijk wat Zijne Heiligheid van plan was. Met in het achterhoofd het allerminst verheven gedrag van een niet gering aantal katholieke bedienaars, zagen de kijkers hem dat kind op een nogal dubieuze wijze benaderen om, wellicht tot grote opluchting van velen, het knietje met zijn lippen te beroeren.

In de avondjournaals toonde men de beelden opnieuw, maar de nieuwsdienst had inmiddels lont geroken: de commentaarstem maakte gissingen overbodig, door nog voor de kus mede te delen dat het knietje van het kind Jezus het doelwit van de paus was.

kerststal

Habemus papam?

witterookIk zou bezoek over de vloer krijgen en legde het haardvuur aan, om het wat gezelliger te maken en ook een beetje voor de warmte natuurlijk, want hoewel er wellicht niemand bis of encore riep, heeft de winter toch besloten om ons op een toegift te trakteren. Toen ik me naar buiten begaf om daar een voorraadje brandhout op de kop te tikken, arriveerde er net een van mijn vrienden.
─”Habemus papam!” riep hij en hij wees naar de witte rook die uit de schouw opsteeg.

Als de nieuwe paus verkozen is, kringelt er immers witte rook uit een tijdelijk schoorsteentje van de Sixtijnse kapel, die als stemlokaal fungeert. Niet veel later verschijnt er dan een katholieke hoogwaardigheidsbekleder op een balkon van het Vaticaan en die verkondigt naar aloud gebruik en met luider stem: Habemus papam!

Dat is Latijn en het betekent zoveel als: Wij eten pap! De katholieken beschouwen het eten van pap namelijk als een uiting van grote vreugde en gelukzaligheid, want het is genoegzaam bekend dat men ook in de hemel naar hartenlust rijstpap verorbert.

In weerwil van die witte rook en mijn verkiezing tot paus heb ik mijn bezoek van gisteravond geen pap voorgezet.

Verrukkelijke verbazing

Als je één dezer dagen of ooit naar Rome reist, moet je beslist eens binnenwippen in het basiliekje San Pietro in Vincoli: een onopvallend gebouw in het hart van de oude stad, op spuugafstand van het Colosseum en het Forum. De kerk dankt haar naam aan de relikwie die men er bewaart: de kluisters (vincoli), waarmee men de apostel Petrus (Pietro) tijdens zijn gevangenschap in Jeruzalem aan banden zou gelegd hebben. De formidabele ketting hangt tentoongespreid in een soort aquarium en volgens mij kan je er een amok makende dinosaurus mee in bedwang houden. Ik onthoud me wijselijk van verdere commentaar, want ik heb het niet zo op souvenirs en ik raak geenszins geboeid door boeien, om eens met een woordspeling te pingpongen.

Een paar meter daarvandaan prijkt de door Michelangelo Buonarroti gebeitelde Mozes als middenstuk van het nooit afgewerkte grafmonument van paus Julius II. Alle worstjes op een stokje! Ik knipper niet zo gauw, maar toen ik dat beeld aanschouwde, zette ik ogen als vleugeldeuren op, want ik viel ten prooi aan niet aflatende verwondering. Het heeft iets heel aangrijpends en eigenlijk is het te mooi voor woorden …

Michelangelo heeft Mozes vereeuwigd terwijl hij, gezeten op een rotsblok, een rustpauze houdt tijdens een bergwandeling. Op de Sinaï heeft Jahweh hem met twee stenen tafelen vol wetteksten opgezadeld en hij prangt die zwaarwichtige richtlijnen onder de arm … edoch wat ziet zijn lodderig oog? In de vallei is zijn volk bezig het gouden kalf te aanbidden. Mozes ontsteekt in toorn, zijn gramschap barst los …

Kijk, het is een marmeren beeld, maar die woede is bijna tastbaar. Wat een bliksemende blik! Wat een waardige, meesterlijk geciseleerde uitstraling! De buitengewone kracht van deze figuur, de geweldige spanning in de aderen en de spieren, de plastische pose en de gramstorige gelaatsuitdrukking hebben van deze Mozes terecht een van de meest bewonderde kunstwerken aller tijden gemaakt.

Petite histoire 1: waarom draagt Mozes horens?

Omdat Michelangelo zich op een foutieve vertaling van het Oude Testament baseerde. De oorspronkelijke Hebreeuwse tekst verhaalt hoe het gelaat van Mozes dusdanig oplichtte nadat hij Jahweh had ontmoet, dat hij zich met een sluier diende te bedekken. ‘Er sprongen stralen uit zijn hoofd’, staat er geschreven. Ene Jerome, die voor de Latijnse vertaling instond, interpreteerde dat foutief en gebruikte horens in plaats van stralen. Met alle gevolgen van dien.

Petite histoire 2: Perché non parli? (Waarom spreek je niet?)

Michelangelo was naar men beweert een nogal bokkinezig heerschap en bovendien gauw aangebrand. Toen het beeld bijna af was en hij het resultaat stond te bekijken, welde plots hevige toorn in hem op. ‘Perché non parli?’ riep hij en hij gooide ab irato zijn beitel naar de vrucht van zijn arbeid. Het werktuig kwam op de knie van Mozes terecht en richtte daar wat schade aan. Ik heb de knie in kwestie aandachtig bekeken en ik zag een geelachtige ader in het marmer. In het midden daarvan lijkt er inderdaad een flintertje te ontbreken. Misschien had Michelangelo toevallig en gelukkig een minuscuul beiteltje in zijn temperamentvolle handen …

Petite histoire 3: de baard.

Als men het beeld uit een bepaalde hoek en bij het juiste licht bekijkt, zou men in de baard van Mozes de gezichten van zowel Michelangelo als paus Julius kunnen ontwaren. Toen ik daar was, bevonden ze zich waarschijnlijk net op het toilet, want ik heb helemaal niets ontwaard.