In de kattenbak

Als jullie hier vaker komen, zal het jullie wellicht niet ontgaan zijn dat ik niet echt sociabel ben, maar eerder een kluizenaarsbestaan leid. De mensen op wie ik me verliet, hebben me te vaak teleurgesteld. Het gebeurde me iedere keer weer. Ik laat weliswaar vrij lang over me lopen, maar op een dag is het uit en ik heb al geruime tijd geleden het vertrouwen in de wereld opgezegd. Ze zijn nog met weinigen die het twijfelachtige voorrecht genieten om mijn hermitage te betreden en zo wil ik het houden, want zo heb ik het graag.

Een van de voordelen van dat gebrek aan sociaal contact is dat ik nog maar heel zelden verkouden ben. Dat kan een vreemde gevolgtrekking lijken, maar ze is wel correct. In tegenstelling tot wat velen denken vat je immers geen kou door blootstelling aan koude of tocht. Verkoudheid is uitsluitend het gevolg van een besmetting met een virus en heeft niks met temperatuur of weersomstandigheden te maken. Dat virus krijg je direct of indirect van een ander toebedeeld. De directe manier is door middel van bijvoorbeeld een kus. Maar de meeste keren krijg je het virus indirect. Als iemand in je omgeving hoest of niest, kan die het virus verspreiden en jou ermee besmetten.

Ook kluizenaars zijn onderhevig aan het ouder worden en ik kan derhalve niet beletten dat er me af en toe een verjaardag te beurt valt. Dat gebeurde verleden week en ’s avonds kreeg ik bezoek van David: een jongen uit de Dominicaanse Republiek, aan wie ik twaalf jaar geleden Nederlandse lessen verstrekte, die ik sindsdien een beetje als mijn zoon beschouw en die bij mij kind aan huis is. Hij is ondertussen vierentwintig en woont niet zo ver bij me vandaan, samen met zijn vriendin en hun dochtertje van vier maanden.

David was die avond snipverkouden en hij bracht niet alleen een cadeautje voor me mee, maar hij heeft me ook met zijn virus opgezadeld, waardoor ik nu al bijna een week in de lappenmand lig en uit de roulatie ben. Ik ben niet echt ziek, want ik maak geen koorts of zo, maar ik heb last van een hartverscheurende hoest, een de marathon lopende neus en ik voel me alsof ik door een kanon afgeschoten ben. Ik heb nergens zin in en daarom hebben jullie hier al bijna een week niets van me vernomen, maar …

… vanmorgen is er enige beterschap ingetreden. Duimen maar!

The Author