Waar de meeuwen schreeuwen

Ik ga als dierenvriend in hart en nieren door het leven, al begin ik nu toch stilaan een hekel aan meeuwen te krijgen. Het zijn fraaie vogels, daar niet van, maar tot mijn grote ergernis vergrijpen ze zich telkens weer aan mijn vuilniszakken en hun gekrijs ─ kliauwen heet dat in het jargon ─ dringt door merg en been en is vermoedelijk schadelijk voor mijn trommelvliezen.  

Ooit heb ik een Franse perifrase aangaande meeuwen gelezen die me toentertijd kennelijk wel beviel, want ik heb er nota van genomen en kan die derhalve aan jullie opdissen, al vind ik nergens terug wie er de auteur van is:

Les mouettes sont des prophètes déguisés en oiseaux avec une allure angélique et une voix semblable à du gravier que l’on sort d’une tombe.

Meeuwen zijn als vogels vermomde profeten met een engelachtige allure en een stem die klinkt als grint dat men uit een graf opdelft.

Het heeft nog steeds iets, vind ik, al lijkt het opdelven van kiezels uit een graf me tegenwoordig enigszins vergezocht en toch zeker geen bezigheid die een gewone sterveling pleegt te verrichten of te beluisteren.

Sinds vanmorgen hebben meeuwen het compleet bij me verkorven. Ik wandelde naar het dorp toen boven me een klucht van die luidruchtige vogels  verscheen.
“Oed hiedre e kiè ollemolle juldre baheule!” riep ik in mijn platste West-Vlaams, wat men in het algemener Nederlands van De Fabeltjeskrant kan vertalen als: “Snaveltjes dicht!”
Ze sloegen geen acht op mijn woorden en bleven hun snavels roeren. Meer zelfs: een van die druktemakers voelde zich geroepen om in volle vlucht zijn gevoeg te doen en hetgeen hij uit zijn engelachtige lijfje perste, belandde met een pletsend geluidje op mijn schouder. Ik vloekte een aantal duivels uit de hel, spuwde in mijn zakdoek, wreef, poetste, boende geconcentreerd … en liep zodoende kledder tegen een verkeersbord aan, dat men neergepoot had als waarschuwing voor een put die men daar recentelijk gegraven had.

Dientengevolge ben ik vandaag alleen met een afstandsbediening te benaderen. Schijtende vogels en botsingen met obstakels horen thuis in filmpjes die men ter jolijt des mensen op internet aanbiedt, niet in het echte leven en zeker niet in mijn handel en wandel. Ik mag me nog gelukkig prijzen dat ik niet in die put gekukeld ben, want dan had ik misschien in het echt het geluid gehoord van grint dat men uit een graf opdelft. Ik moet er niet aan denken.  

The Author