Inwendig monoloogje

Ik heb af en toe wat aanspraak nodig en gisteravond zette ik een boom op met iemand die ik bijzonder graag mag. Met mezelf.

De tijd van mijn sporadische gewetensonderzoek was immers aangebroken. Bestaat dat eigenlijk nog? Destijds dienden katholieken die te biecht wilden gaan zich eerst aan een gewetensonderzoek over te geven, teneinde hun zonden op een rijtje te zetten, zodat ze die op vlotte wijze aan een in een hokje verscholen priester — de biechtvader — konden belijden. Aangezien ik lang geleden mijn geloof afgevallen ben, verkeer ik in het ongewisse omtrent de rituelen die vandaag de dag nog gangbaar zijn.

Ik beoefen echter nog steeds het gewetensonderzoek, waarbij ik me niet toespits op hetgeen ik allemaal misdreven zou kunnen hebben, maar veeleer de algemene gang van zaken in ogenschouw neem en kritisch beoordeel.

─”Ben je gelukkig?” vroeg ik op de man af aan mezelf.
─”Ik sta bijna elke morgen lustig van hart op en ga vrijwel iedere avond welgezind naar bed”, antwoordde mijn betere ik. “Daartussenin voel ik me ook meestal in mijn sas, met mijn werk en zo. Slechts af en toe voel ik me een beetje eenzaam en worstel ik met wat verdriet, omdat ik van het leven en de mensen niet het applaus gekregen heb dat ik volgens mij verdien. Van mij hoeft dat geen staande ovatie te zijn, maar gewoon een eenpersoonsapplaudissementje van iemand die mij gaarne ziet. Ach, we zullen het allemaal nog even aankijken. Ik vind overigens dat ik op een goede kade geland ben. Nu en dan zit er zelfs een engeltje op mijn schouder. Dat is toch zeker voldoende reden om tevreden te zijn? Geluk is trouwens niet meer dan het ontbreken van ongeluk. Nee, ik hoef werkelijk niet sterk, mooi, nooit bang, nooit twijfelend, beregezond en rijk te zijn … maar zonder haar zal ik misschien nog heel vaak echt gelukkig zijn, maar nooit compleet gelukkig.”

Aldus besloten we ons gesprek. Ik trakteerde mezelf en mijn alter ego op iets pittigs in een tumbler, rukte voor de poezen een blikje tonijn open en we leefden nog lang … en bijna gelukkig.

The Author