De ochtend na de vorige dag

Het leven heeft me opnieuw met een logeergast opgezadeld. Die knaap is gisteren even naar het dorp gewandeld om een biertje te likken. Net voor het holst van de nacht heeft men hem terug naar hier gekruid, want hij was behoorlijk aan de vracht, om niet te zeggen toeterlazarus.

Vanmorgen, rond een uur of negen, verscheen hij met de improviserende tred van gummibenen in de keuken.
─”Gaat het?” vroeg ik spottend. “Of zal ik een langzame wals opzetten?”
─”Ik heb dooie katten in mijn mond”, kreunde hij.

Ik heb me laten vertellen dat een prairie oyster het probaatste middel tegen een kater zou zijn, dus gooide ik een rauw en ongeklopt ei in een glas, voegde daar een scheut worcestershiresauce, wat zout en zwarte peper aan toe en bekroonde het geheel met vijf druppels tabasco. Mijn tijdelijke huisgenoot sloeg gezwind het brouwsel achterover en begon vrijwel meteen te kokhalzen.

Hij heeft de badkamer niet tijdig bereikt. Onderweg heeft hij mijn hele huis ondergekotst. Daar knap ik echt van op.

Welja, laat ik me niet weer kwaad maken.

The Author