Tag: voetbal

Brood en spelen

Zoals ik al ten overvloede meldde, ontbreekt het me compleet aan belangstelling voor het voetbal. Gisteravond zat ik echter met bezoekers opgescheept – ze verschenen onaangekondigd te mijnent en daar ben ik zelden of nooit blij mee – en die wilden zich per se aan de wedstrijd tussen Nederland en Chili verlustigen, dus keek ik noodgedwongen mee.

De commentator van dienst, Stef Wijnants, waagde zich plots aan wat geforceerde beeldspraak:
“Als bruisende stieren vliegen ze in op die bal van Wesley Sneijder”, zei hij.

Bruisende stieren die bovendien kunnen vliegen? Mijn fijnbesnaard taalgevoel kreeg me daar een opdonder van je welste. Ik ben snel naar de keuken gelopen en probeerde daar van de alteratie te bekomen door een glas briesend water te drinken, want als stieren kunnen bruisen, kan Spa Rood volgens mij briesen.

Tietse truitjes

Ik heb nauwelijks interesse in de aan de gang zijnde hoogmis van het voetbal en nog minder in het opgefokte trammelant dat daarmee gepaard gaat. Gisteravond zocht ik dus zappend andere oorden op en zo belandde ik onverhoeds in de werkplaats van een weergaloze keukenprinses: Joyce uit Hoboken.

Ze nam deel aan het programma ‘Komen eten’ en diende derhalve haar gastronomische talenten op te dissen. Joyce spreidde echter veel meer tentoon dan haar kookkunsten. Ze had voor de gelegenheid immers een tiets truitje aangetrokken. Jullie zullen het adjectief tiets helaas nog steeds niet in Van Dale aantreffen, zelfs niet in de dikke. Nochtans gebruik ik het al jaren in huiselijke kring en op mijn blog, hetgeen bijvoorbeeld het geval is in het stukje Pépé beleeft een onvergetelijke dag dat hier jaren geleden verscheen. Jullie horen me niet beweren dat ik het woord zelf bedacht heb, want ik vermoed dat het niet enkel tot mijn thuistaal zal behoren. Een tiets truitje is dus een kledingstuk dat berekend is om indruk te maken: het zit als aangegoten en het is voorzien van een panoramische halsuitsnijding waarin men kopje-onder kan gaan.

Ik dwaal echter af, zij het wederom niet met tegenzin. Laat ons terugkeren naar het keukentje van de kokkerellende ─ let er vooral op dat dit woord op ellende eindigt ─ Joyce uit Hoboken, die in haar tot de verbeelding sprekende uitmonstering bezig was een dessert te bereiden. Daar had ze koffie voor nodig. Nu knipper ik niet zo gauw meer met de ogen, maar daar viel me toch de bek van open. Ze gooide een willekeurige hoeveelheid koffie in een papieren filter, plaatste die in de houder van het koffiezetapparaat, vulde de kan met water … maar goot dat niet over in het reservoir van het toestel. Nee, ze plaatste de volle kan onder de filter, drukte op de schakelaar … en was stomverbaasd dat er niets gebeurde.

Ze belde een hulplijn en daar vernam ze dat ze het reservoir van water moest voorzien. Dat deed ze met een enkel glas, want de kan vol water liet ze onaangeroerd staan waar die stond. Dra begon er wat koffie te druppelen en Joyce juichte uit volle borst … eh … borsten. De bruine vloeistof mengde zich met het water in de kan en Joyce dacht dat het zo hoorde: ze bereidde haar dessert met de danig verdunde koffie. Het zal wellicht niemand verbazen dat haar disgenoten het toetje nogal waterachtig van smaak vonden.

Ja, Joyce mag dan misschien een zachtjes deinend decolleté voor zich uit dragen, maar ze heeft de diepgang van … een kop koffie, wat blijkbaar vaker het geval is met deelnemers aan dat televisieprogramma.  Sommigen denken dat Clitoris een Grieks eiland is en volgens anderen is Fellatio een karakter van Shakespeare.

Weetje

Wisten jullie dat het signaal van hogedefinitietelevisie (hdtv) vijf à tien seconden vertraging heeft op dat van de standaarddefinitie (sd)?

Als jullie zich dus straks in hd aan een partijtje voetbal uit het verre Brazilië verlustigen en jullie buren doen hetzelfde, maar dan in sd, kan het gebeuren dat zij al volop aan het juichen zijn nog voor jullie ook maar kunnen vermoeden dat er een doelpunt op til is.
 
Dat wisten jullie waarschijnlijk niet, maar nu weten jullie het dus wel.

Dus: deuren en ramen dicht!

Waar is mijn vuvuzela?

juichpakZe slaan er ons nog net niet mee om de oren, maar we kunnen er onmogelijk naast kijken, of er doof voor blijven. Ik heb het over de voetbalgekte. Eerst was er gedurende weken een hoop heisa over wie er in Belgenland de landstitel zou behalen. Nu een Brussels clubje daar eindelijk in geslaagd is, tot spijt van wie ’t benijdt, moeten we met zijn allen willens nillens in het harnas om onze nationale ploeg, De Rode Duivels, een vruchtbaar verblijf in Brazilië te waarborgen. Men omspint ons met reclameboodschappen, slogans en niet in het minst een aanbod van een dure snuisterijen, zoals daar zijn vlaggen, shirts, sjaals, koelhouders voor blikjes, kaartspelen, polsbandjes, sleutelhangers … tralala en reldeldel. De supermarkt waar ik regelmatig kom, heeft zowaar een aantal gunstig gelegen, want in het oog springende schappen met dergelijke gadgets volgestouwd. En de kinderen maar jengelen. En hun ouders maar pogingen ondernemen om dat rek te omzeilen.

In Nederland, dat eveneens aan het Braziliaanse gebeuren mag deelnemen, heeft een stylist, Roy Donders, het zowaar bestaan om een uniseks huispak te ontwerpen, waarmee men zich feestelijk kan uitdossen om het WK in stijl te beleven. Hij heeft het kledingstuk de naam ‘juichpak’ meegegeven. Dat verzin je toch niet! Het staat nog te bezien of er daarginds veel te juichen zal vallen, maar los daarvan vind ik toch dat het niet nog gekker moet worden.

Hoewel voetbal bij mij op een volslagen gebrek aan belangstelling kan rekenen, betreur ik het toch ten zeerste dat men, officiële instanties incluis, De Rode Duivels steeds vaker The Red Devils noemt. Dat zou naar verluidt de internationale uitstraling ten goede komen. Het zal nog eens zo gaan dat The Red Devils het voorwerp van internationale spot en hilariteit zullen zijn. Let op mijn woorden.