Tag: taal

Aanwinst

Hij is nieuw en hij is dik.

De nieuwste Dikke van Dale is zopas te mijnent neergestreken, al kan je bij die drie turven van komsa nauwelijks van neerstrijken gewagen. Ik zoek even een geschikter werkwoord op in mijn nieuwe Dikke van Dale … neerstorten, neerploffen, neerbonken … 

O, wat ben ik opgetuigd … eh … opgetogen! Het kost misschien iets, maar dan heb je ook wat.

Gewoon voor de leuk

Ik pleeg me uiterst zelden met spelletjes in te laten, maar als er taal en woordenschat aan te pas komen, word ik wel verlokt om mijn kennis te testen en mee te doen. Meestal bezwijkt ik dan ook voor die verleiding.

Zo komt het dat ik iedere morgen wat tijd verkwansel aan Wordle, waarbij men in vijf zetten een vijfletterig woord moet achterhalen. Hoewel dat een Engelstalig programmaatje is, ben ik er tot nu toe telkens in geslaagd om het raadsel op te lossen, zij het soms met de hakken over de sloot, hetgeen niet verwonderlijk is als je niet in je moedertaal bezig bent.

Er bestaat inmiddels ook een Nederlandse versie van die breinbreker, Woordle, en het spreekt vanzelf dat ik ook daarop mijn lusten botvier: iedere keer met goed gevolg. O, wat ben ik fier!

Ik begin nu toch werkelijk te geloven dat ik slimmer ben dan ik eruitzie. Zou ik?

woordle

Hier spreekt men Vlaams

moedertaaldag

Ik laat me nog steeds weinig gelegen liggen aan wat men sociale media noemt en die ik als de latrine van de publieke opinie beschouw. Tegenwoordig heet dat ‘social media’, want het Nederlands schiet steeds vaker woorden te kort en de hedendaagse mens roert graag wat vermijdbaar Engels door hetgeen hij/zij zegt en schrijft. Ik dus niet. Nooit!

Bovendien lijkt men zich steeds vaker aan kakografie te bezondigen. Velen schrijven beroerd en kreupel. Vooral de dt-fouten vliegen in het rond als distelpluizen en ik stoor me daar mateloos aan. Dergelijke miskleunen vind ik even erg als valse muzieknoten en laten we wel wezen: zo moeilijk zijn die regels nu toch ook weer niet.

Ik heb net een exemplaar van de nieuwste editie, de zestiende, van de Dikke van Dale gereserveerd. Die verschijnt over een maand, op 22 maart, en kost € 179 € tot 19 april. Daarna wordt dat € 209.

Ik hoop dat men bij van Dale nu eindelijk dat verfoeilijke ‘Belgisch Nederlands’ geschrapt heeft. Het zal wel niet zeker?

Belgisch Nederlands is Vlaams. En daarmee uit!

‘t Is huilen met de pet op

Woordvoerders ─ tegenwoordig vaak woordvoersters ─ zijn ook niet meer wat ze geweest zijn.

Men mag geredelijk van ze verwachten dat ze over enige communicatieve vaardigheden beschikken, maar dat is lang niet altijd, ja, zelfs zelden het geval.

Ze stoten teksten uit in het onverstaanbaars; ze zoeken veelvuldig hun toevlucht tot eh en euh; ze bezigen woorden die normale mensen nooit gebruiken, tenzij een kruiswoordraadsel hen daartoe verplicht; ze beschouwen voorzetsels als loslopend wild; ze morsen met superlatieven; ze zijn verslaafd aan staande uitdrukkingen en clichés en ze roeren graag wat Engels door hun Nederlands.

Ik duld geen anderstalige woekeringen in Nederlandse zinnen. Spreek je moers taal! Of hou je klep!

Week van het Nederlands 2021

De week van het Nederlands – van 2 tot 9 oktober – loopt op zijn laatste benen en aangezien ik een grote affiniteit heb met de taal van mijn moeder wil ik daar op de valreep toch even aandacht aan besteden.

Ik zit al mijn hele leven ondergedompeld in talen en dat niet alleen beroepshalve. Niet zonder trots mag ik verkondigen dat ik er elf beheers en dan laat ik beTALEN nog buiten beschouwing. Het Nederlands, en vooral de West-Vlaamse variant ervan, draagt samen met het Spaans mijn absolute voorkeur weg en ik heb heus geen ‘week van het Nederlands’ nodig om met taal bezig te zijn. Er gaat geen dag voorbij of ik noteer enkele eigenaardigheden die ik tijdens mijn werkzaamheden in het Nederlands aantref.

Ter illustratie geef ik jullie hieronder hetgeen ik gisteren aan mijn schriftje toevertrouwde:
– Ik vind geharrewar een mooi woord
– Als ik een taart of een pizza in acht punten verdeel, ben ik die dan aan het achtendelen (naar analogie van vierendelen)?
– “Moet u er een zakje omheen?” vroeg het winkelmeisje van de bakker. Ik vond dat een originele en prettige uitdrukking.
– In het woord ‘angstschreeuw’ volgen maar eventjes acht medeklinkers elkaar op. In ‘slechtstschrijvende’ van bijvoorbeeld ‘slechtstschrijvende journalist’ zijn dat er zelfs negen.
– Ik vind uitwerpselen een raar woord.
– Tenslotte volgt hier de opsomming van de contradictiones in terminis die ik in de loop der jaren heb verzameld:
boosaardig, droefgeestig, basalt, kwaadaardig, leedvermaak, meermin, rampzalig, tuinhuis, zeeland, volledig, bergdal, vuurwater, klapzoen, monopolie, morgenavond, terugweg, zoutzuur, ijswater, ontvangstvertrek, buitenhuis, vreugdetranen, manwijf, waterstof, zandsteen, plusminus, zwartwit

Leedvermaak?

Hoewel ik sociale media als de latrine van de publieke opinie beschouw, verkwist ik af en toe wat tijd aan Twitter. Wat me daarbij opvalt, is dat veel van die twitteraars lang niet alles scherp te krijgen wat de Nederlandse taal betreft. Nauwelijks gehinderd door enige kennis van zaken schrijven ze als een keukenmeid en bezondigen ze zich ongegeneerd aan taal- en stijlfouten, waarbij vooral de dt-regels het moeten ontgelden.

Nu ik toch Twitter bij de kop heb, wil ik daar nog wat meer over kwijt. Sommigen gebruiken dat medium immers om de wereld kond te doen van treurige, of zelfs tragische gebeurtenissen, zoals bijvoorbeeld het verscheiden van een geliefd wezen ─ mens of dier ─ of het toeslaan van onheil, zoals daar zijn lichamelijke of materiële rampspoed. Het leven is nu eenmaal een potpourri van tegenslagen. Hun lezers kunnen omtrent deze berichten hun deelneming betuigen, wat bij Twitter evenwel enkel mogelijk is via de knop ‘ik vind dat leuk’. Bewaar me, zeg!

─ “Er is bij mij borstkanker vastgesteld.”
─ “Mijn hond is onder een auto terechtgekomen en heeft dat niet overleefd.”
─ “Mijn vader heeft het tijdelijke met het eeuwige verwisseld.”
Het zijn allemaal berichten die anderen ‘leuk vinden’.

Ik vind dat eigenlijk niet zo’n succes, laat staan leuk.