Tag: Sinterklaas

Slecht weer vandaag

De titel van dit schrijfsel doet vermoeden dat ik me in de meteorologische slangenkuil zal begeven. Dat is geenszins het geval. Wat dan wel de bedoeling ervan is, zal dadelijk blijken.

Ik bevond me in de vallei van de Zuidleie. Dat lijkt heel wat, maar ik fietste gewoon op het jaagpad langs het kanaal dat Brugge met Gent verbindt. Veel viel er daar niet te beleven. Ik passeerde een aantal stoere bunkers, waarin tegenwoordig vleermuizen gehuisvest zijn en toen zag ik opeens … Een Bengaalse tijger? Een grizzlybeer? Een hangbuikzwijn? Een boa constrictor? Spaar me! Neen, ik zag de loslopende Slecht-Weer-Vandaag: de schimmel van Sinterklaas, luisterend naar de onnozelste naam die een paard ooit kreeg toebedeeld. In Nederland heet hij Amerigo en dat klinkt al heel wat beter.

Hij wandelde rustig over het pad en hield zo nu en dan even halt om zich wat gras toe te eigenen. Desalniettemin was ik op mijn hoede voor het onvoorspelbare gedrag dat dieren soms tentoonspreiden. Voor hetzelfde geld maakte hij een onverhoedse sprong, die mij tot een uitwijkmanoeuvre noopte, waardoor ik mogelijkerwijze met fiets en al in het kanaal terechtkwam. Ik reed hem stapvoets voorbij en toen hoorde ik iemand schreeuwen.

Uit een hofstede, zo’n tweehonderd meter bij me vandaan, dook een vrouwspersoon op die kreten slakend en met molenwiekende armen naar me toe kwam lopen.
“Can you push the horse in my direction?” riep ze toen ze binnen gehoorsafstand was.
Nu stroomt er weliswaar gauchobloed door mijn aderen en ik kan een paard berijden, maar zo’n viervoeter in een bepaalde richting duwen behoort allerminst tot mijn vaardigheden, dus probeerde ik de schimmel met behulp van mijn stem en mijn fietsbel tot de orde te roepen. Tot mijn verbazing volgde het dier gedwee mijn instructies op en niet veel later kon de dame hem aanlijnen. Ze bedankte mij uitvoerig ─ o, wat was ik fier ─ en ik vervolgde mijn weg.

Kinderen, verheug jullie allen en wees blijde! Dankzij mijn kundige tussenkomst zal Sinterklaas vrijdagavond lustig over de daken kunnen galopperen.

Het was me het zondagje wel

Sinterklaas is weer niet bij me langsgekomen. Volgens mij bestaat die gozer niet eens.

Ik heb vogelnesten klaargemaakt: ballen gehakt met een ei als kern. Schotse eieren heten die in het keukenjargon. Ze hebben die naam niet gestolen, want ze zagen er inderdaad schots en scheef uit.

Cedric, zeven jaar jong en zoon van een vriendin, stuitte in een tijdschrift op een weinig flatterende foto van Joëlle Milquet, de Belgische minister van Binnenlandse Zaken, bij ons beter bekend als Madame Non. Cedric dacht dat ze een heks was. Ik denk dat hij gelijk heeft.

bedIs het jullie al opgevallen dat het woordje bed er als een bed uitziet? Ik vroeg me af of zo’n stijlfiguur ook een naam zou hebben en warempel! Een zelfvervuller noemt men zoiets.

Samen met de vriendin waarvan hierboven sprake bracht ik een bezoek aan haar moeder, die sinds enkele maanden in een opslagruimte voor bejaarden verblijft.
“Er is weer niks op de televisie”, klaagde het mens en ze gooide vol vertwijfeling de armen in de lucht.
“Wacht, ik zal ‘m even aanzetten”, zei haar dochter.

Ik trok de koelkast open en schrok me ongeveer de tering. De spin die me op bloeddorstige wijze besprong, bleek evenwel het kroontje van een tomaat te zijn. 

Pietlutten

Het laatste trimester van 2013 is net begonnen en daar begint het jaarlijkse geneuzel weer, omtrent het bestaansrecht van Zwarte Piet. Zijn aanwezigheid aan de zijde van Sinterklaas zou een uiting van racisme, indien al niet een verheerlijking van de slavernij zijn.

Ach, stelletje wereldverbeteraars en mierenneukers, hou nu toch eindelijk eens op met die onzin en stop dat gemekker. Hebben jullie echt niets belangrijkers te doen? We moeten het feest laten zoals het is, helemaal niets hervormen en onze tradities in ere houden. De sinterklazen van mijn jeugd waren altijd in het gezelschap van een of meerdere zwarte knechten, maar dat heeft bij mij alleszins nooit aanleiding gegeven tot priming met negatieve stereotypen. Ik ben nog steeds geen racist en de jongen die bij mij in de tuin klust, beschouw ik niet als een slaaf. Ik heb een blanke tuinman en Sinterklaas heeft een zwarte knecht. En daarmee uit!

Ik zal nu trouwens meteen een brief schrijven naar de dierenbescherming, want ik vind het echt niet kunnen dat het paard van Sinterklaas over steile daken moet klossen. Dat is regelrechte mishandeling.

Daarna zal ik in de supermarkt een grote doos negerinnentetten, alias negerzoenen, kopen en die allemaal opvreten. Ik hou van tetten en van zoenen, wat er ook de kleur van zij.

negerzoenen

Wie de schoen past …

Wie zoals ik op zichzelf woont, kan op pakjesavond maar beter geen schoen zetten, want verliezen doe je altijd. De kans is immers groot dat het ding leeg blijft en hoewel ik het niet graag toegeef, is dat altijd een beetje een teleurstelling. Als het schoeisel onverhoopt toch wat lekkers of leuks zou bevatten, kan ik me voorstellen dat ik daar zo geschuffeld door zou raken dat de hersens me door de oren naar buiten slaan.

Ik verleen momenteel onderdak aan verre verwanten van vaderszijde: de jonge Argentijnen Agus en Alejandro. Ze zijn op doorreis en zullen derhalve slechts enkele dagen bij me verblijven. Gisteren nam ik ze mee naar Brugge en in een aldaar gevestigde drankgelegenheid botsten we op een starnakelzatte sinterklaas. Hij had het voortdurend over zijn zwarte piet die zich, afgaand op de gebaren die hij maakte, in zijn broek ophield. Men kon gelukkig verhinderen dat hij die zwarte piet ook effectief tevoorschijn haalde en toen men de kwibus even later afvoerde, wilden mijn gezellen natuurlijk weten wie of wat die raar uitgedoste snuiter wel mocht voorstellen. Omdat er een goed verhalenverteller in me schuilt, diste ik het complete curriculum vitae van Nicolaas van Myra op: goedheilig man en kindervriend, maar wel in ’t nette, want vandaag de dag moet je uitkijken met katholieke hoogwaardigheidsbekleders, inclusief bisschoppen.

De jongens zijn vanmorgen vroeg naar Brussel vertrokken en zullen pas morgen terugkeren, maar ik heb net ontdekt dat ze hun voorzorgen genomen hebben. Er staan namelijk twee schoenen bij de haard en in het begeleidende briefje maken ze Sinterklaas hun verlangens kenbaar: Agus wil graag een Bugatti Veyron en Alejandro verkiest een slankgegord en naadloos bruin huppelkutje met een barokke boezem.

Tja … en nu?

Kut met peren!

Ik ben een grote fan van Sinterklaas, dus spreekt het vanzelf dat ik verleden zaterdagmiddag voor de televisie zat als een konijn voor een lichtbak, om toch maar geen beeld te missen van de manier waarop de goedheilig man in de wereldstad Antwerpen arriveerde.

In afwachting van zijn aankomst probeerden enkele hyperboreeërs de in groten getale aanwezige supporters te vermaken met allerhande leukigheden, die meestal gevaarlijk naar onnozelheid overhelden. Ook vernam ik dat het paard van Sinterklaas ─ de schimmel die het in Vlaanderen, om vooralsnog onnaspeurbare redenen, met de ronduit belachelijke naam Slecht-weer-vandaag moet stellen, maar in Nederland naar het veel fraaiere Amerigo luistert ─ gevoelig is voor zeeziekte en daarom niet met de stoomboot meekwam, maar inmiddels al over land over zand richting Antwerpen gegaloppeerd was.

Pardon?! Waar halen die lui het vandaan dat het paard van Sinterklaas niet over zeebenen zou beschikken? Het is klaterende onzin, klets met klontjes en volstrekte, categorische kul. Dat gedoog ik niet. Het tegendeel blijkt klinkklaar uit een liedje dat al in 1850 geschreven werd en uitgroeide tot de vaakst gezongen ode aan Sinterklaas. Wat staat daar in de derde versregel?

Zie ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan.
Hij brengt ons Sint Nicolaas, ik zie hem al staan.
Hoe huppelt zijn paardje het dek op en neer.
Hoe waaien de wimpels al heen en al weer.

Ik weet niet of jullie ooit last gehad hebben van zeeziekte, maar voor zij die er wel het slachtoffer van waren: hadden jullie toen zin om het dek op en neer te huppelen?