Tag: seks

Met rode oortjes

Vanmorgen bereikte me de droevige mare dat Angèle het tijdelijke met het eeuwige verwisseld heeft. Jullie hebben waarschijnlijk nog nooit van haar gehoord, maar in het dorp waar ik woon, staat ze bekend als de bonte hond met de blauwe staart en behoort ze nu al tot de plaatselijke folklore.

biechtenOm te begrijpen hoe dat zo komt, moeten we terugkeren naar lang vervlogen tijden, toen het katholicisme hoogtij vierde en de mensen nog in dichte drommen ter kerke gingen. In die godshuizen bevonden zich onveranderlijk een of meerdere merkwaardige meubelstukken, die men biechtstoelen noemde en waarin af en toe een priester plaatsnam, om de gefluisterde zonden van de gelovigen te aanhoren.

Hoewel Angèle voortdurend probeerde om Jezus van het kruis te bidden, kon ze het toch niet laten om een nogal vrijgevochten, ja zeg maar een liederlijk levenspad te bewandelen. Ze diende dan ook regelmatig haar zondige uitspattingen te belijden. Wat ze aan de priester vertelde, kon men in de ruime omtrek van de biechtstoel beluisteren, want ze verstond de kunst van het fluisteren niet. Met halfluide stem gaf ze op vrij gedetailleerde wijze tekst en uitleg over de onoorbare praktijken waaraan ze zich had overgegeven. Het zal allicht niemand verbazen dat mannen bijna vochten om een zitplaats in de buurt van de biechtstoel te veroveren als Angèle aanstalten maakte om van berouw blijk te geven.    

Nu is ze dood, overleden aan algehele slijtage. Ze heeft alleszins geen saai leven gehad.
“Ze zal ook niet moeten terugkeren!” zeggen wij dan, bij ons in het dorp.
Als de eeuwige zaligheid niet haar deel is, dan toch zeker eeuwige roem.

Ik wist het!

Een enquête onder vrouwen en mannen tussen 18 en 50 jaar wees uit wat volgt:

  • 98% van de ondervraagden heeft nooit seks bedreven op kantoor.
  • 100% van de ondervraagden fantaseert over een nummertje maken in de vrije natuur.

Het heeft dus weinig zin om op kantoor hoopvolle verwachtingen te koesteren. Men heeft veel meer kans om ergens in een bosje aan zijn trekken te komen.

Begrijpen jullie nu waarom ik iedere dag een ochtend- en een avondwandeling maak? Misschien dat ik ooit …

De gruwelen der verliefdheid

Ze was vrijwel de hele middag in de keuken bezig, want daar frotte ze een melodieuze maaltijd in mekaar. Rond de klok van zessen, toen haar geliefde eraan zat te komen, ontstak ze tientallen kaarsen en theelichtjes in de woonvertrekken, waarna ze de lampen doofde en het gemoedelijk flakkerende schouwspel in ogenschouw nam. Ze twijfelde er niet aan dat haar vriend bij zijn intrede in een romantische bui zou belanden, waarna dartelheid hem allicht zou overmeesteren … en wie weet wat er dan allemaal kon gebeuren. Haar hersens maakten reeds aanstalten om ontuchtige gedachten en gulzige taferelen te ontvouwen, maar toen knarste zijn sleutel in het slot …

Hij trad binnen, keek om zich heen en sprak de weinig romantische, ja zelfs ontnuchterende woorden:
─”Oei! Zitten we zonder stroom?”

Haar ontuchtige gedachten zakten verschrompelend in elkaar, net als de gulzige taferelen … en de soufflés die ze even later uit de oven opdiepte.

Dromen in alle talen

Het is al enige tijd geleden dat ik de invloed van voedsel op het nachtelijke dromen probeerde na te vorsen. Mijn eerste bevindingen in dit verband boekstaafde ik toen in Koppiekoppie. Sindsdien heb ik mijn onderzoek noodgedwongen, wegens gebrek aan financiële middelen, op een laag pitje gezet. Ik was van plan om proefondervindelijk het effect van kaviaar en truffels vast te stellen, maar een vraag om subsidie werd afgewezen en mijn knipje verdraagt geen aankoop van zulke culinaire aardigheidjes. Het Bruintje dat bij mij op stal staat, kan dat niet trekken en een Ezeltje Strekje dat gouden dukaten schijt, heb ik tot nu toe ook enkel in sprookjes aangetroffen. Dus niet.

Wel heb ik ondertussen uitgevogeld dat mijn dromen zich wel degelijk in fraaie kleuren plegen te hullen en vanmorgen ontdekte ik dat ik me tijdens mijn nachtelijke avonturen niet uitsluitend van het Nederlands of het West-Vlaams bedien. Jullie weten inmiddels dat ik een samenraapsel … eh … de vrucht ben van de liefde tussen een Vlaamse moeder en un padre argentino, die helaas allebei veel te vroeg naar het dorp van de eeuwige vakantie afreisden. Sinds mijn kindertijd ─ hoe lang is dat wel niet geleden? ─ hanteer ik even vlot het Nederlands als het West-Vlaams en het castellano, zijnde de Zuid-Amerikaanse versie van het Spaans. Omdat me het geluk beschoren was dat ik tamelijk lang naar school kon gaan en omdat ik over een talenknobbel bleek te beschikken, ben ik vandaag de dag in staat om zelfs een babylonische spraakverwarring te ontrafelen.

dromenSoms vroeg ik me af of ik ook in mijn dromen vreemde talen vermocht te spreken. Niet dat het me echt bezighield. Ik lag er alleszins niet wakker van, want dat was wel het laatste dat me nader tot een antwoord zou brengen. Tijdens de voorbije nacht huisvestte ik echter een Argentijnse gast in de logeerkamer. Vanmorgen, tijdens het ontbijt, verklapte hij dat ik hem de stuipen op het lijf gejaagd had met mijn luid geschreeuw. Pas toen hij in paniek naast mijn bed arriveerde en sussende woorden sprak, kwam mijn wilde droom tot bedaren en sliep ik rustig verder.
─”Wat riep ik dan?” wilde ik weten.
Dat had hij niet begrepen, behalve dan die ene zin, die hij ietwat schroomvol aan me opdiste. 

Tja, ik zal die hier maar niet herhalen, want wellicht lezen er onbezoedelde zielen mee, die te jong zijn voor verdorvenheid, maar het was een niet mis te verstane Spaanse formulering van iemand die hevig aan seks denkt, bruist van energie en geen blad voor de mond neemt.

Ik kan dus wel degelijk in een andere taal dromen.

Ooit

slapenDe deurbel rukte me uit mijn slaap. Het meedogenloze geluid zinderde nog na in mijn kop. Het was halfvijf in de morgen. Ik wankelde in slaapdronken toestand de trap af en stond even later in de hal.
─”Wie is daar?” riep ik, want ik ben een uiterst voorzichtig mens.
Ik woon namelijk in een nogal grimmig bos en naar men beweert zijn zulke samenscholingen van bomen de favoriete pleisterplaatsen van ongure elementen, die bovendien vaak het daglicht schuwen en daarom bij voorkeur ’s nachts bij iemand aanbellen. Er kwam geen antwoord, dus loerde ik door het spionnetje naar wat er zich buiten afspeelde. Dat viel in één woord samen te vatten: niets!

In het grillige prentenboek van mijn dromen gaat de deurbel wel vaker. Dat klinkt telkens zo realistisch dat ik ontwaak en me naar beneden begeef, om daar te ontdekken dat ik me opnieuw en nog maar eens heb laten misleiden. Ik neem me voor om bij een volgende gelegenheid gewoon in bed te blijven. Of bij nader inzien toch maar niet. Ooit ─ als mijn reet kauwgum kan kauwen ─ gaat de bel misschien echt en staat Eva’s fraaiste nakomelinge op de drempel, die dan ook nog ─ hoe is het godsterwereld mogelijk?! ─ bereid is om zich met mij te vleze te begeven. Ik wil niet het risico lopen om zo’n kans te laten liggen. Dat zou doodzonde zijn, toch?

Over seks

Ik heb me laten vertellen dat het bezoekersaantal van een weblog recht evenredig is met het aantal keren dat de auteur ervan over seks schrijft. Is dat zo? Het lijkt me in alle geval de moeite van het proberen waard, dus hier gaan we:

over seks
over seks
over seks
over seks
over seks
over seks
over seks
over seks
over seks
over seks
over seks
over seks

Zo! Ik beperk me voorlopig tot een dozijn vermeldingen, maar als het resultaat meevalt, zal ik in de toekomst natuurlijk vaker ‘over seks’ schrijven, want het lijkt me een uitermate eenvoudige manier om lezers te werven. Ik zou trouwens liever over sex schrijven, maar dat mag niet van een stelletje betweters in academische steunkorsetten, die zich op vaak aanmatigende wijze met de Nederlandse taal bemoeien.

Op het liefdespad

Aan de overkant van waar ik woon, koerst het pad van de heimelijke vreugde ─ die naam heb ik eraan gegeven ─ het bos in naar een honderd meter verderop gelegen, door groeis struikgewas en kroezige heesters omsingelde poel. In de zomer van verleden jaar heb ik daar glimwormpjes als sieraden rond zien zweven en kikkers horen kwaken tegen de avondschemering. Kun je nagaan wat voor bucolisch en romantisch plekje dat is.

Ik ben natuurlijk niet de enige die kennis draagt van dit idyllische oord, waar lusten makkelijk overspringen. Mensenkinderen die elkaar hevig beminnen of gewoon zin in seks hebben, gaan er graag voor anker om er aan voorhuwelijksparen te doen. Begrijp me niet verkeerd en let vooral op de schrijfwijze van het woord: wat ik bedoel is geenszins de activiteit die men voorhuwelijkssparen — met dubbele s — noemt.

Vannacht rond de klok van enen zag ik weerom een voertuig dat weggetje inslaan. Mij bekroop de lust om voor de afwisseling even te gaan gluren — ik raak wat uitgekeken op die pornofilms — maar aangezien ik nauwelijks voyeuristische trekjes vertoon, zag ik van dat voornemen af. Bovendien schitterde de maan door afwezigheid en was het daarginds waarschijnlijk zo donker als in het gat van een neger. Ik kon bezwaarlijk een toorts meenemen. Ze zouden mij letterlijk zien aankomen! Wat viel er trouwens te bekijken aan een heupwiegende auto met beslagen ruiten? In de zomer … ja dan lagen ze soms open en bloot op het sponzige mos … maar dat zijn andere tijden.

Een halfuurtje later ging de deurbel. Ik was op mijn qui-vive en stond de late bezoeker veiligheidshalve eerst dwars door het hout heen te woord, want ik wil niet aangerand worden en toch zeker ’s nachts niet.
─”Sorry dat ik stoor,” sprak een mannenstem, “maar ik zag nog licht branden. Kan ik soms een spade of een schop van u lenen? Ik heb me hier rechtover in de modder vastgereden.”

Ik ging met dat geile bokje en zijn vriendinnetje mee om te helpen, maar we slaagden er niet in de auto uit het slijk te bevrijden. Per mobieltje mobiliseerde hij een eveneens gemotoriseerde vriend. Die kwam hem met veel vertoon van koorden en kabels losrukken, doch verzonk eveneens in de smurrie. Een kwartier later bevonden er zich al drie onbruikbare voertuigen bij de poel …

Vanmorgen heeft een tractor ze bevrijd. Nu zat ik zo te denken … Ik heb hier twee logeerkamers die slechts af en toe mensen herbergen. Misschien moet ik die bij slecht weer ter beschikking stellen van de dolende zielen die seks behoeven en zich geen hotelkamer kunnen veroorloven. Zou dat een werk van barmhartigheid zijn waarmee ik mijn hemel kan verdienen? Moeten ze wel zelf hun lakens meebrengen.