Tag: reptielen

Vade retro, Satanas!

Ik was de mening toegedaan dat we in de kustprovincie, West-Vlaanderen, niet beducht moesten zijn voor slangengebroed. Dit tot mijn grote geruststelling, want ik ben als de dood voor dat kruipend gespuis.

Wie beschrijft dan ook mijn ontzetting toen er vanmorgen zo’n serpent lag te kronkelen op het pad dat ik bewandelde, dicht bij de plek waar ik sinds jaar en dag ondergedoken ben? O, wat was ik bang!

Het beest was minstens een halve meter lang. Ik denk dat het een boa constrictor was, of anders een anaconda.

Ik keek tijdens mijn wandelingen al danig uit mijn doppen, om niet door bloeddorstige teken besprongen te worden. Als ik me nu ook nog voor reptielen moet hoeden, is er voor mij geen lol meer aan en blijf ik net zo lief thuis, om te kijken hoe het stof neerdwarrelt.

In Vlaamse velden … 2

Terwijl de natuur treuzelig aan de herfst begint, is de maïs bezig tot volle wasdom te komen. Het valt me op dat de landbouwers zich in deze contreien in toenemende mate toeleggen op het telen van dit gewas. Het is, ik vertel jullie geen nieuws, een hoogbenige plant die ik persoonlijk nogal eens in de weg vind staan, zoals dat bijvoorbeeld op de onderstaande foto het geval is.

mais

Vanaf deze idyllische picknickplaats op de Ruidenberg kun je normaliter van magnifieke vergezichten genieten, die tot diep in West-Vlaanderen reiken. Nu zit je daar op een maïsmuur te kijken en ik kan jullie verzekeren dat men daar vrij snel op uitgekeken raakt.

mais02

De ranke stengels torsen forse kolven, waardoor ze op frêle mannetjes lijken die met buitensporige erecties pronken, al zal die vergelijking wel weer aan mijn verdorven geest ontspruiten.

mais03

Maïs is niet enkel een hinderlijk groeisel, maar ook een bron van vertier. Men kan er bijvoorbeeld makkelijk in verdwalen, wat sommige snuggerlingen ertoe aangezet heeft om er heuse doolhoven in aan te leggen. Zelf waag ik me daar niet in. Ik beschik namelijk over een bijzonder slecht oriëntatievermogen. Men heeft me ooit eens uit een labyrint moeten ontzetten: een akkefietje dat allerminst een aanbeveling is, maar dat ik hier in een vlaag van verstandsverbijstering toch heb beschreven in ’s Levens kronkelpaden .

mais04

Bovendien vermoed ik dat er in maïsvelden veel ongedierte huist, zoals bijvoorbeeld tarantula’s en zwarte weduwen, of boa constrictors, anaconda’s, of misschien zelfs de uiterst giftige cobra die onlangs in Nederland het … eh … hazenpad koos.

mais05

Weinigen zullen maïs een fraaie, laat staan een decoratieve plant vinden, maar zo nu en dan levert het gewas toch een mooi plaatje op, bijvoorbeeld als de statige, in slagorde opgestelde falanxen een rustiek kasseienstraatje mogen flankeren …

mais06

… of als een jonge spring-in-’t-veld (letterlijk dan) aan de kudde poogt te ontsnappen …

mais07

… maar dan is er altijd weer de mens, die zich vanwege het hoge gewas onbespied waant en van die gelegenheid misbruik maakt om zich van zijn overtolligheden te ontdoen.

(Sn)eek!

Een vriendin van me, die tevens bommoeder is, zag zich gisteren genoodzaakt om haar zoontje ─ een spring-in-’t-veld van een jaar of tien ─ tijdelijk bij me te stallen. Omdat er vervullender bezigheden dan televisiekijken bestaan liet ik me gewoon voor de leuk overhalen om deel te nemen aan een computerspel: een tijdverdrijf dat ik vanuit mijn tenen haat als ik in mijn gewone doen ben, maar ik kon die jongen bezwaarlijk met een kleurboek opzadelen.

jungleIk diende me tijdens een overlevingstocht aan allerhande bizarrerieën over te geven en me zelfs in een schier ondoordringbare jungle te wagen, waar ijzingwekkende creaturen me belaagden en zowaar naar het leven stonden. Ik slaakte dan ook een zeer onmannelijke en allerminst heldhaftige gil toen er plots een flink uit de kluiten gewassen slang op meedogenloze wijze uit een boomkruin tuimelde, die me met opengesperde muil de doorgang versperde. Mijn tegenspeler schoot in de lach.
─”Ben je bang voor slangen?” vroeg hij.
─”Doodenge beesten vind ik het”, bekende ik.
─”Ik niet”, schuddekopte hij. “’t Zijn gewoon staarten met gezichtjes.”

Zo kun je het ook bekijken natuurlijk.

Handtasjes met een gemeen kakement

De inwoners van Bunawan op de Filippijnen zijn erin geslaagd de zoetwaterkrokodil te vangen ─ zie foto’s ─ die hen al ettelijke jaren het leven zuur maakte door herhaaldelijk mensen aan te vallen en er zelfs twee te doden. Het bleek een flink uit de kluiten gewassen reptiel te zijn, dat naar verluidt maar eventjes 6,4 meter lang was en schoon aan de haak 1075 kilogram woog. Nu ja, schoon aan de haak … de joekel leeft nog en is voorlopig in een nabijgelegen dierenpark ondergebracht. Als de cijfers met de werkelijkheid stroken, is Lolong ─ zo heeft men dat dier genoemd ─ het grootste in gevangenschap levende exemplaar, want volgens het Guinness Book of World Records was dat tot nu toe een gevaarte van 5,48 meter.

Tja, handtasjes met een gemeen kakement … je hebt ze liever niet in je buurt. Doe mij dan maar de krokodil met het amoureuze gestel, die zich in Australische wateren ophield en daar dusdanig gekluisterd raakte door de bekoorlijkheden van een vlotter van een watervliegtuig, dat hij bij wijze van spreken de bobbel voelde zwellen. Hij ontstak ras in allesverzengende hartstocht voor die drijver en probeerde gretig vrijerig met dat ding te copuleren. De bemanning, gealarmeerd door de vreemdsoortige geluiden, stond op het strand toe te kijken, zag met welke onstuimige overgave hij zich van de paringsdaad kweet en hoe … hun vliegtuigje kapseisde en onder water verdween.

Men heeft het toestel kunnen recupereren, al diende men met de nodige omzichtigheid te werk te gaan, want de krokodil bleek niet van plan om zijn geliefde zonder slag of stoot prijs te geven.

Felle jan

Ik heb het beloofd en ik ben er dus aan koud, maar ik heb wel verschrikkelijk veel spijt dat ik me tot die belofte heb laten verleiden. De Hoegaarden zal waarschijnlijk een woordje meegesproken hebben, waardoor ik me meer mans voordeed dan ik in werkelijkheid ben. O, wat was ik weer stoer en van geen kleintje vervaard, daar op die kruk aan de tapkast.

Er bestaan veel dieren die mij vage angst inboezemen, maar voor slangen en schorpioenen ren ik het vuur uit mijn sloffen en de benen uit mijn reet. Ik ben er als de dood voor. De zeldzame keren dat ik me in tropische oerwouden waagde, heb ik daar eigenlijk nauwelijks plezier aan beleefd, omdat ik voortdurend op mijn hoede was voor reptielen. Hing er soms een anaconda in een boom, die me onverhoeds op de nek zou vallen? Lag er een boa op de loer, die me zou bespringen om me te wurgen? Als ik een streek bezocht die enigszins op een woestijn leek, durfde ik haast niet op de grond te gaan zitten, bang als ik was dat er plots een schorpioen uit het zand zou opduiken. Zelfs als ik een dierentuin aandoe, laat ik de reptielenafdeling altijd links liggen, teneinde de kans op nachtmerries tot een minimum te beperken.

En toch zal ik straks slangen en schorpioenen gaan bezichtigen, omdat ik in de kroeg een gesprek heb aangeknoopt met een persoon die zijn woning tot serpentarium omgebouwd heeft. Hoe krijgt iemand het in zijn bolle kop?!
─“Ik zou eigenlijk best wel een keer een koningscobra van dichtbij willen zien”, hield ik me groot, terwijl huiveringen over mijn rug glisten.
─“Die heb ik ook”, zei hij trots.
─“Serieus?”

We bleven wat over allerhande enge beesten babbelen en toen kwam hij met een uitnodiging op de proppen: als ik zin had mocht ik gerust eens bij hem een kijkje komen nemen en aldaar een koningscobra bezichtigen. Mijn hart riep neen, mijn knieën knikten en mijn mond zei ja, omdat ik al een paar Hoegaardens binnen had en door alcohol aangerichte moed in me voelde opwellen.

Ik zit me nu al mentaal op deze huiveringwekkende gebeurtenis voor te bereiden. Als dat maar goed afloopt!