Tag: reizen

Bij voorbaat drank … eh … dank

De postbode bracht me een pakketje dat helemaal uit Argentinië kwam en waarvan ik de inhoud met kwieke vingertred bevrijdde, nieuwsgierig als ik ben. Ik kreeg zodoende een fraai doosje in handen, waarin zich allemaal puzzelstukjes ophielden. Wel vijftig! O, wat was dat spannend.

Hoewel ik hoegenaamd geen aanleg heb voor dergelijke speeltjes slaagde ik er toch in om de fragmentjes in drie vloeken en een zucht, zowel letterlijk als figuurlijk, in elkaar te passen. Het resultaat was een huwelijksaankondiging annex een invitatie. Er was over nagedacht, zij het misschien niet zo heel lang.

Een jong stel uit Mar del Plata, mijn geboortestad, dat ik nog niet zo lang geleden als logeergasten mocht verwelkomen en huisvesten, is van plan om volgend jaar, op 1 april, in het huwelijk te treden en ik ben uitgenodigd om daarbij aanwezig te zijn.

Ik was toch al van plan om in februari van de Zuid-Amerikaanse zomer te gaan genieten. Als ik dat enkele weken uitstel, kan ik gelijk hun trouwpartij meepikken. Dat wordt gratis smikkelen en smullen. Ik zal voor alle zekerheid toch eerst maar even telefoneren, teneinde er me van te vergewissen dat het geen aprilgrap is.

Een mirakel!

Vrienden van me hebben ruim twee jaar geleden een reis naar Portugal ondernomen. Dat is weliswaar niet meteen naast de deur, maar de afstand kan geen verklaring zijn voor het feit dat de prentbriefkaart die ze me van daarginds toestuurden pas vanmorgen in mijn brievenbus tuimelde.

Ze sturen me zonnige groeten uit Fatima. Dat is een bedevaartsoord waar de Moedermaagd Maria in 1917 zes keer verschenen is aan drie herderskinderen en waar sindsdien wonderlijke dingen gebeuren.

Het mag inderdaad een wonder heten dat het kaartje na zo’n lange tijd alsnog bij me terechtgekomen is.

De wonderen zijn de wereld niet uit.

Boven water

Ik moest er even tussenuit … de wereld redden en zo …

Ik heb hier met opzet verzwegen dat ik een paar weken niet thuis zou geven, teneinde te verhinderen dat schorremorrie – zoals daar zijn vandalen, dieven, inbrekers, bandieten, rovers en zelfs seksdelinquenten – naar mijn nederige stulp zouden afzakken, om zich mijn toch al schamele bezittingen toe te eigenen, of ander onheil te stichten. Wat niet weet, wat niet deert.

Zoals jullie weten, houd ik me beroepshalve met vreemde talen onledig. Om aan de bak te komen en voor brood op de plank te zorgen moet ik me derhalve soms verplaatsen, zij het niet met tegenzin, naar gebieden waar men zich van vreemde talen bedient. Dit keer was Mexico aan de beurt en als de auguren het bij het rechte eind hebben, zal mijn vrij korte bezoek aan dat bruisende buitenland me geen windeieren leggen.

Ik heb vanzelfsprekend van de gelegenheid gebruik, of misschien zelfs misbruik gemaakt om even door te steken naar het land waar mijn wiegje heeft gestaan, Argentinië, want dat ligt daar slechts achtduizend kilometer vandaan. Een peulenschil.

Ik ben gisteren thuisgekomen en ben dus nog aan het klimaatschieten, want waar ik vandaan kom, was het volop zomer en bijna dertig graden. Bruin dat ik ben! Daar hebben jullie geen gedacht van. En vanmiddag eet ik frieten met stoofvlees.

Een klontje boter in de pap

Het is hier even stil geweest, maar ik had, dacht ik, een gegronde reden om geen acte de présence te geven, om eens een chique, want Franse uitdrukking te gebruiken. Er is me namelijk een soortement geschenk uit de hemel te beurt en in de schoot gevallen, in de vorm van een snoepreisje. Nu ja, eigenlijk niet helemaal een snoepreisje, want er kwam wat werk aan te pas, maar ik ben wel op andermans kosten naar New York gevlogen en heb daar een kleine week doorgebracht, zonder dat ik in de beurs hoefde te tasten. Integendeel zelfs. Ik diende iedere dag slechts een paar uurtjes te tolken en werd daar nog voor betaald ook.

Niet dat ik inhalig ben, maar dergelijke faveurtjes mag men me in onbeperkte mate blijven aandragen. Iemand?

Waar is de draad, dat ik hem opvat?

Heureux qui, comme Ulysse, a fait un beau voyage …((Beginvers van een gedicht van Joachim du Bellay))

Net als de roemruchte Ulysse ─ die we in het Nederlands Odysseus plegen te noemen ─ het me in lang vervlogen tijden heeft voorgedaan, ben ik teruggekeerd van mijn zwerftocht langs de met losse hand uitgestrooide eilanden, die zich in de buurt van Griekenland uit het aanhankelijke blauw van de zee verheffen.

Het is mooi geweest, maar geluk moet nu eenmaal de bitterzoete smaak van eindigheid hebben.

De batterij is opgeladen. Mijn hersens zijn weer opgestart. Vanaf morgen sta ik opnieuw op de blogbarricaden.

Bof ik even!

Het zat eraan te komen. Met mijn verfoeilijke gewoonte om altijd op het allerlaatste moment mijn koffers te pakken tartte ik het lot en zou ik op een keer mijn hand overspelen. Dat is nu dus gebeurd.

Het was al na middernacht toen ik met het karwei begon en omdat ik een aantal dingen niet meteen kon vinden vertrok ik met vertraging naar de luchthaven, waar ik me uiterlijk om zes uur in de morgen diende aan te bieden. Omdat ik onderweg ook nog in een door een ongeval veroorzaakte file terechtkwam,  verscheen ik pas aan de incheckbalie toen het vliegtuig naar Argentinië al naar de startbaan taxiede. Ik zat er dus niet in en wond me daar zo omstandig over op dat ik ontwaakte …

… want gelukkig gebeurde dit alles slechts in het grillige prentenboek van mijn dromen. Ik heb op dit moment helaas geen reisplannen en bovendien staan mijn koffers altijd dagen van tevoren gepakt.

Nergens beter dan thuis

Reizen is mijn favorietste bezigheid. Of eigenlijk niet helemaal, want na mijn omzwervingen naar de haardstede terugkeren doe ik nog net iets liever. Wanneer ik in al dan niet verre buitenlanden vertoef, heb ik zelden of nooit last van heimwee en pleeg ik me nauwelijks of zelfs hoegenaamd niet om het thuisfront te bekommeren, maar als de tijd aanbreekt om de penaten op te zoeken, kan het me allemaal niet snel genoeg gaan en ben ik haast niet meer in te tomen. Als er dan, zoals enkele dagen geleden, plots een haar in de soep opduikt, waardoor de terugreis minder vlot verloopt dan verwacht en verhoopt, is dat allerminst bevorderlijk voor mijn toch al danig op de proef gestelde welbevinden, want ik blijf een gloeiende siroophekel aan vliegen hebben. Ooit, toen ik nog klein en boosaardig was, droomde ik van een loopbaan als piloot. Ik prijs me gelukkig dat ik me daar niet voor heb laten klaarstomen.

De voorbije weken waren gevuld met buitensporigheden op alle gebied. Het gezelschap was aangenaam, het weer zomers, het eten voortreffelijk, de landschappen in hoge mate bezienswaardig … en goedkoop dat het daar is! Twaalf jaar geleden, in 2002, kon je 1 Amerikaanse dollar omwisselen voor 1 Argentijnse peso. Tegenwoordig krijg je al 8 pesos voor diezelfde dollar en wie zich op de zwarte markt waagt ─ hetgeen ik vanzelfsprekend nooit zou doen, of wat hadden jullie van me gedacht? ─ kan zelfs regelrechte klappers maken.

Aangezien me daarginds geen opzienbarende of wereldschokkende gebeurtenissen ten deel gevallen zijn, moeten jullie hier geen anekdotes van me verwachten. Ik onthoud me ook van beschrijvingen van wat mijn zintuigen er allemaal waargenomen hebben. Desgewenst kan ik jullie een aantal degelijke toeristische gidsen aanbevelen, waarin jullie dat uitgebreid kunnen lezen.

En nu ga ik aan het werk. Dollars verdienen, om die bij een volgende gelegenheid …