Tag: krijgskunde

De afrekening

Aangezien mijn lichamelijke toestand aan gestage beterschap onderhevig is en omdat ik bovendien een spaarzaam mens ben, heb ik besloten om de rolstoel en het looprek terug te bezorgen aan de thuiszorgwinkel en me enkel nog met een stel krukken te behelpen. Dat wordt lachen!

kwadekatEen van mijn katten, Kootrapje, had al van in het begin een gloeiende siroophekel aan die rolstoel en dat is alleen maar verergerd. Telkens als dat gevaarte in haar buurt opdook, ging ze blazend in de aanval, met rechtopstaande haardos, duistere kwaadaardigheid in de ogen en vertoon van zowel blikkerende tanden als dreigende klauwen. Toen ik het wagentje vanmorgen de garage binnenreed, om het in de kofferbak van mijn auto onder te brengen, ging ze over tot het eindoffensief. Ze boorde haar tanden in een van de banden, die gelijk de laatste adem uitblies en leegliep.

Sommigen zouden op zo’n moment een voet in die poezenreet rammen, maar omdat ik een dierenvriend ben, heb ik alleen maar even gevloekt.

Waar heb ik dat bandenplaksetje nu weer gelaten?  

Voorbarigheid

Toen ik daarnet wat door internet bladerde, struikelde mijn oog over een nogal opzienbarende kop:

milquet

Onze Belgische minister van Binnenlandse Zaken, Joëlle Milquet ─ bij de Vlamingen beter bekend als Madame Non, vanwege haar vaak onverzettelijke houding tijdens onderhandelingen ─ is dus van plan om zich in het Syrische strijdgewoel te mengen. Voor mij niet gelaten.
─”Opgeruimd staat netjes”, mompelde ik zelfs, want ik moet die pittige tante eigenlijk niet. Als ik haar zie, denk ik telkens aan een zwarte weduwe en het zal jullie inmiddels genoegzaam bekend zijn dat ik niet van spinnen hou?

Toen ik neerwaarts scrolde, kwam evenwel de hele kop tevoorschijn:

milquet2

Ik had te vroeg gejuicht.

Vroegrijp

Terwijl mijn vriendin met een dokter over intieme aangelegenheden keuvelt, zit ik met haar achtjarig zoontje in de wachtkamer. Hij is opvallend onrustig en heeft zowel kwik in zijn gat als de kriebel in zijn reet. Dan toont hij opeens grote belangstelling voor een tijdschrift van het Belgische leger. Een van de foto’s bezorgt hem binnenpretjes en veroorzaakt gegniffel. Hij stoot me aan met een voorzichtige elleboog.
─”Da’s een matroos, hè?” lispelt hij.
─”Inderdaad”, zeg ik, nadat ik zijn bewering aan de werkelijkheid getoetst heb.
─”Weet je wat er op zijn pet staat?” grinnikt hij.
─”Nee”, beken ik schuldbewust.
─”Kijk eens!” gebiedt hij.
Ik kijk eens.
─”Z.M.F.N.” hijg ik verheugd.
─”Weet je wat dat betekent?” gnuift hij.
Ik weet het weer niet!
─”Geen idee!” hakkel ik ietwat verbouwereerd.
Hij pakt me samenzweerderig bij de arm, brengt zijn mond vlak bij mijn oor en prevelt:
─”Zonder Meisjes Flauwe Nachten.”

Ik staar hem verbijsterd aan. Zijn donkere ogen fonkelen. Dan slaat hij zedig de droomwimpers neer. Een olijk glimlachje blijft op zijn lippen stoeien. Opeens zijn we echte vrienden. Ouwe-jongens-krentenbrood. Dat joch vertrouwt me, maar … wat weet hij nog meer dat ik niet weet?

Kanonnenvoer

Vandaag heeft een opvallende datum, 11.11.11, en bovendien is het een nationale feestdag in Belgenland, omdat drieënnegentig jaar geleden, ook alweer om 11 uur, de kanonnen zwegen en de eerste wereldoorlog tot de geschiedenis behoorde. Ik vind de naam ‘feestdag’ eigenlijk niet bij dit gebeuren passen. Misschien kunnen we er voortaan beter een gedenkdag van maken, al vrees ik dat men binnen afzienbare tijd niet meer zal weten waarover het precies gaat. De gedenkdag zal vermoedelijk blijven en de oorlogskerkhoven in de Westhoek waarschijnlijk ook, maar zal men over pakweg honderd jaar nog die graven verzorgen en een gedachte aan de tijdens de beide wereldoorlogen gesneuvelde jongens en mannen wijden? Denken wij nog aan de slachtoffers van de Guldensporenslag en de Boerenkrijg?

Maar ondertussen, zolang het grote vergeten nog geen aanvang genomen heeft, zal vandaag overal ter wereld de vierde strofe van het gedicht For the fallen van Laurence Binyon opklinken, beter bekend als The ode of remembrance

Zoek de verguisde koningskinderen

Omdat het vandaag Nationale Feestdag is, zal het in zak en as zittende opperhoofd van het op sterven na dode Belgenland vanmiddag in de hoofdstad de onvervaarde manschappen van het immer pal staande heir in ogenschouw nemen. Als door de lucht razende vliegtuigen, over kasseien ratelende tanks en eensgezind paraderende soldaten jullie niet of slechts matig interesseren, kunnen jullie zich misschien met het prentje hieronder amuseren en proberen de verguisde koningskinderen te ontdekken.