Hondenleed 2

Ik heb jullie eergisteren, na mijn in het gemoed grijpende confrontatie met een driepotige hond, een beetje in het luchtledige laten hangen door geen vervolg aan mijn relaas te breien, zij het met de belofte dat ik dat eerlang wel zou doen. Vandaag keer ik dus terug naar het onderwerp dat ik toen bij de kop had.

Drie uur na de hierboven vermelde confrontatie was ik tijdens een wandeling getuige van een verkeersongeval. Een klein en zeer onschuldig autootje werd op onrechtvaardige wijze in de flank gegrepen door een ongehoord brutale BMW. Er giechelde brekend glas en metaal scheurde krijsend. Het aangereden voertuigje tolde een paar keer in het rond en bleef toen zwaar gehavend in het midden van de weg staan.

Een van de gedeukte portieren zwaaide niet zonder moeite open en er dook een langharige man op, die eerst enigszins verdwaasd om zich heen keek en vervolgens een kleine hond uit het wrak haalde. Het dier beefde als … eh … een juffershondje, hoewel hij dat hoegenaamd niet was. Hij behoorde tot het ras dat men Mops noemt: een naam die volgens mij helemaal overeenstemt met het mollige uiterlijk van dat wezen. De man deponeerde de viervoeter op een deken in de berm, voorzag hem van een bakje water en ging toen verhaal zoeken bij de eigenaar van de BMW.

Toen ik daar een kwartier later opnieuw voorbijkwam, was de politie volop bezig zich met de zaak te bemoeien en zat het hondje nog steeds te rillen op zijn deken in de graskant. Ik knielde bij hem neer, sprak bemoedigende en troostende woorden, streelde behoedzaam zijn kop en toen … kreeg mijn hand opeens drie likjes van hem. Ik was daar heel blij mee. Mijn dag kon niet meer stuk.

Drie likjes. Meer heb ik niet nodig om een beetje gelukkig te zijn. Ik ben met weinig tevreden.

The Author