Op rolletjes

De televisie toonde me een nogal onnozele film ─ Steal van Gérard Pirès ─ waarin een stel jonge boeven na een overval sierlijk en met veel bravoure, want op inlines, aan de arm der wet ontsnappen. Ik zat ernaar te kijken als naar een vis op een vouwfiets.
─”Wat moet dat heerlijk zijn!” mompelde ik.
Ik doelde vanzelfsprekend niet op het plegen van strafbare feiten, maar op het zich voortbewegen op van wieltjes voorziene schaatsen.

Het toeval wilde dat er zich een paar van die skeelers in mijn garage ophielden. Een sportieve, maar tevens in hoge mate verstrooide kennis had die na wat ordehandhaving in zijn autokoffer vergeten in te laden. Vanmorgen lagen ze zo uitdagend naar me te lonken dat ik me niet kon bedwingen. Ik nam ze mee naar een verlaten bosweggetje en daar heb ik ze ondergebonden. Eerst liep ik een kwartier te klunen. Zo noemt men het gehark waarmee schaatsers ijsloze plekken oversteken. Het moet ongeveer de schutterigste manier zijn waarop een mens zich kan voortbewegen. Plots raakte ik echter aan de rol. Binnen de paar seconden lag ik in doornig struikgewas te spartelen.

Luttele minuten later bracht ik de skeelers opnieuw in de garage onder en likte ik mijn wonden. Ik zal naar andere lichaamsbeweging moeten uitkijken. Misschien dat bowlen iets voor mij is.

The Author