Wie klopt daar?

Tijdens de voorbije nacht was ik nog laat … eh … aan het werk. Mijn computerscherm vertoonde weliswaar iets dat op een spelletje leek, maar het betrof een inderdaad nogal ludiek programmaatje ─ Eight ─ waarmee ik mijn kennis van de Engelse woordenschat op peil houd. Jullie hoeven dat niet voetstoots en voor gangbare munt aan te nemen, maar wie me niet gelooft, hoeft enkel de link aan te klikken en dan zal blijken dat ik de waarheid schrijf.

Rond de klok van enen weerklonk er plots een hels kabaal. Akkoord, ik overdrijf misschien een beetje. Er was enig lawaai hoorbaar. Is ‘t zo goed? Mijn hart zong op van vreugde.
─”Daar zullen we Sinterklaas hebben!” riep ik verrukt.
Ik spoedde me naar de woonkamer, griste in het voorbijgaan nog snel een schoen van het rek, zette die op het haardkleed, posteerde me ernaast en hief een lied aan: Hoor wie klopt daar, kind’ren … Omdat het rumoer aanhield en er niets door de schouw neerzeeg, schoof ik de gordijnen open en wierp een blik door het venster.

Men was bezig de kerstverlichting op te hangen. Ik zag een hoogtewerker, die bij iedere lantaarnpaal stopte en met veel hydraulisch geraas een bemande hijsbak hemelwaarts stuurde. Onlekkere metalen geluiden en geschreeuwde instructies spleten de stilte, terwijl steeds meer staartsterren in het straatbeeld oplichtten.

Moet dat nu werkelijk op zo’n onwelvoeglijk uur gebeuren? Wie ’s avonds na tienen anderen lawaaimolest aandoet, zal dat binnen de kortste keren geweten hebben. En terecht! Voor openbare diensten geldt deze regel blijkbaar niet. Zij mogen ongestraft de nachtelijke rust verstoren en een heel dorp uit de slaap rukken met hun luidruchtig geklooi.

The Author