Stradivariussen en andere violen

Ik zit me al de hele week ’s avonds te verlustigen aan de finale van de Koningin Elisabethwedstrijd voor klaaghout … eh … voor viool. Gisteren genoot ik bijvoorbeeld uitermate van de magische vingertred van ene Oleksii Semenenko uit Oekraïne. Hij waagde zich aan het concerto in D opus 47 van Jean Sibelius. Nou moe, die gozer wist van wanten. Hij speelde niet alleen de pannen van het dak, maar ook de sterren van de hemel.

Katelijne Boon en Vincent Verelst verzorgen de presentatie van het programma. Tja, ze doen hun best, daar niet van, maar ze beschikken geen van beiden over de panache en het verfrissend naturel van het natuurtalent Thomas Vanderveken, die helaas wegens andere verplichtingen verstek moest laten gaan. Katelijne en Vincent ontvangen telkens een drietal praatgasten, die in meer of mindere mate onderlegd zijn in de vioolspeelkunde. Gisteravond was dat onder meer Justine Bourgeus, de violiste van de barokpopband School Is Cool.

“We horen dat je graag experimenteert met je viool”, zei Katelijne tegen haar.
Ik schoot in de lach, maar ik had net een versnapering aan mijn mond toevertrouwd, zodat ik me deerlijk verslikte en me zowat de longen uit de lijf hoestte.

Beste Katelijne, in Vlaanderen, en zeer zeker in West-Vlaanderen, moet je een vrouw nooit van zoiets betichten, want een viool is hier niet enkel een strijkinstrument, als je begrijpt wat ik bedoel, en er zullen ongetwijfeld altijd verdorven geesten in de buurt zijn die heel hard om zo’n uitspraak moeten lachen, maar net een kleinigheid aan het verorberen zijn, die onverhoeds het verkeerde keelgat binnendringt, met alle gevolgen van dien.

The Author