Fietsbijstand

Ik fietste lustig langs een met hoge bomen afgelijnde dreef, maar opeens hield ik op met peddelen en met vrolijk zijn, want ik had een lekke band.

Veel Vlaamse fietspaden, of wat daarvoor moet doorgaan, bevinden zich niet enkel in de deerniswekkende toestand van opperste verwaarlozing, maar ze zijn dan ook nog eens bezaaid met scherven van achteloos weggegooid glas. Onze minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Hilde Crevits, mag dan een streekgenote van me zijn, wiens smoelwerk … eh … wiens tronie ik tegenwoordig overal op het landschap ontsierende verkiezingsaffiches zie opduiken, maar op mijn stem moet ze niet rekenen, want ze heeft niet enkel de fervente fietser die in me huist lelijk in de kou laten staan, maar bovendien behoort ze tot een politieke partij die me niet ligt.

Nu ben ik altijd voorzien van het materiaal en het gereedschap om averij te herstellen, maar sinds verleden jaar ben ik aangesloten bij de pechverhelpingsdienst voor fietsers van de VAB ─ lees in dit verband Een heuglijke tijding ─ en aangezien ik voor eventuele bijstand betaal, kon ik daar maar beter gebruik van maken, vond ik.

Ik telefoneerde met de centrale, waar men me vriendelijk te woord stond, en hoewel men me aanvankelijk een wachttijd van anderhalf uur voorspelde, was ik al na drie kwartier geholpen en kon ik mijn weg vervolgen. Ik ben dan ook vol lof over deze dienst en kan die van harte aanbevelen, zij het met een kleine kanttekening: als je niet over een eigen reparatiesetje beschikt en de wegenwachter zijn eigen voorraad pleisters moet aanspreken, zul je daar € 2,5 voor moeten betalen. Het weze me toegestaan om dat schandalig duur te vinden, maar mij hinderde niet: ik heb altijd pleisters bij me, zowel voor mijn eigen als voor mijn fietsbanden.

The Author