Eigen schuld, dikke bult

Ik ben naar de boekenbeurs in Antwerpen geweest.

In al mijn nochtans niet meer zo jeugdige overmoed dacht ik het zonder hulpmiddelen te kunnen klaarspelen. Het zonder hulpmiddelen klaarspelen … Wat is ons Nederlands toch een dubbelzinnige taal! Ik heb het hier natuurlijk niet over ontuchtige speeltjes die een orgasme kunnen teweegbrengen, maar over de ondingen van krukken, die in niet geringe mate je bewegingsvrijheid belemmeren en die, als je ze even opzijzet om een rustpauze te nemen, de neiging hebben om omver te vallen, wat dan ook nog met overdreven veel kabaal gepaard gaat, zodat iedereen een beetje verontwaardigd naar je kijkt en je dus meteen in het middelpunt van de belangstelling staat, hetgeen ik, in mijn hoedanigheid van ingeknepen ziel, liever vermijd. Tjonge, wat was dat een ouderwets lange zin! Ik moet nu toch even naar adem happen, hoor.

In al mijn nochtans niet meer zo jeugdige overmoed heb ik mezelf overschat. Ik diende mijn krukloze bezoek te onderbreken toen ik nog niet eens halverwege was, omdat een lancinerende pijn me het lopen vrijwel onmogelijk maakte. Ik viel ten prooi aan grote en enigszins bittere teleurstelling. Ik mocht wel denken dat ik weer helemaal de oude was. Mijn lijf en meer bepaald mijn been dachten daar anders over.

De nacht heeft nauwelijks soelaas gebracht. Ik zou me wel voor het hoofd kunnen slaan, maar zodoende zou ik me ongetwijfeld bezeren en pijn heb ik zo al genoeg.

Ik ben in een humeur dat me naar een drankhol kan drijven. Waar zijn mijn krukken?

The Author