Een kommer en een kwel

Op de televisie zag ik een moeder, oud en der dagen zat. Ze kachelde moeizaam naar de tachtig toe. Niettegenstaande die respectabele leeftijd en haar kwakkelige gezondheid zorgde ze nog steeds zelf voor haar zoon. Hij was een kerel als een karrenpaard en kon ongetwijfeld iemand vermoorden met een krant, maar hij beschikte helaas over slechts weinig verstandelijke vermogens, waardoor hij net als een kleuter voortdurende aandacht en bijstand behoefde.

Lange weg maakt moede man … en vrouw. De liefde van een moeder vermag veel, maar het brave mens had ondertussen nog slechts weinig olie in de lamp en de snee was eruit. Ze maakte zich zorgen, want ze wilde haar jongen goed uitbesteden, zodat hij ook na haar dood een enigszins genietbaar leven kon leiden, maar er was geen onderkomen voor hem beschikbaar. Samen met honderden anderen wachtte ze tot er ergens iemand een plaatsje voor hem vrij stierf.

Gearmd wandelden ze naar een nabijgelegen kapelletje. Daar baden ze een weesgegroet, waarna de moeder zich aan wat gemijmer overgaf:
─“Ik heb de staat in al die jaren miljoenen bespaard”, zei ze. “Men zou toch denken dat ze het in ruil daarvoor nu eindelijk eens van me kunnen overnemen.”

Nee, mevrouw. Ze hebben dat geld verkwanseld aan van alles en nog wat. Ze hebben dat geld aangewend om gevangenissen te bouwen, met comfortabele cellen, zwembaden en fitnesszalen voor het tuig van de richel. Ze hebben dat geld gebruikt om de financiële putten van banken en bedrijven te dempen, die ontstaan zijn door wanbeheer en zakkenvullers. Ze hebben met dat geld het leger van de laatste snufjes op het gebied van moordtuigen voorzien. Ze hebben met dat geld … Ach, je hebt het ongetwijfeld al begrepen. Jij zult nog even met je oude knoken in de kou blijven staan, samen met je zoon … en honderden anderen. Je hebt allicht nooit het applaus gekregen dat je verdient, maar van mij krijg je een staande ovatie … al zet dat natuurlijk geen zoden aan de dijk.

The Author