Het laatste loodje

Reinhold, die zoals ik eerder schreef al heel lang een wit voetje bij me heeft en een van de weinige mensen is die ik als vriend beschouw, had gisteravond een paar slokken te veel opgenomen, zodat ik het raadzaam vond om hem in de logeerkamer onder te brengen. De vrouw die eertijds zijn thuiskomst verbeidde, heeft hem in de steek gelaten, dus kan hij gerust eens een nachtje uithuizig blijven.
“Gaat het, of zal ik een langzame wals opzetten?” grijnsde ik toen hij met improviserende tred naar zijn slaapplaats wankelde.
Het ging.

vrijdag-13Vanmorgen zaten we dus samen te ontbijten en ik vroeg hem of hij me, samen met mijn rolstoel, naar de supermarkt wilde brengen. Al enkele weken vertrouw ik het boodschappen doen noodgedwongen aan anderen toe. Hoewel dat mensen van goede wil zijn, blijven ze me met verkeerde artikelen en foutieve merken opzadelen.
“Zou je dat wel doen?” fronste Reinhold, die meteen een noodlottige afloop voorzag. “In je gewone doen pleeg je al onheil te stichten. Als je je dan ook nog eens per rolstoel verplaatst … Bovendien is het vandaag vrijdag de dertiende.”

Ik besloot desalniettemin het lot te tarten en ik bracht het er goed af. We zijn zonder ongelukken thuisgekomen, maar tijdens het uitladen liet Reinhold een karton met dertig eieren uit zijn handen glippen. Slechts vijf van die ‘gatnoten’ hebben het hachelijke avontuur overleefd. De rest is omelet en daar zijn de kauwen kennelijk heel blij mee.

The Author