Een wreed accident

Nadat ik me in opwindende Oostenrijkse landschappen bekwaamd had tot gorgelende jodelaar, bolwangige alpenhoorntoeteraar, fanatieke koeienbelluider en gedegen danser van de Shuhplattler ─ een dijenkletser van een volksdans ─ keerde ik naar het van minder geografische ongemakken voorziene Vlaanderen terug, om er vrijwel meteen een fietstocht te ondernemen.

Die zondagmorgen omstreeks elf uur hobbelde ik over een kasseienstraatje in Brugge. Toen ik een rail diende te kruisen, schoof mijn fiets plots onder me vandaan en stortte ik zwaar ten gronde. Het was een regelrechte doodsmak. Al vlak na de landing wist ik dat er stront aan de knikker was en dat ik me de niet bepaald gelukkige eigenaar van een open dijbeenbreuk mocht noemen. Ik stond, of lag natuurlijk ook meteen in het middelpunt van de belangstelling, maar het was een jongeman, Guy genaamd, die achter mijn rug neerhurkte en me gedurende twintig minuten ondersteunde, want het duurde even voor de ambulance me vond. We hoorden die wel om ons heen cirkelen, maar men kwam me maar niet op het spoor. Dank je, Guy. Je bent een godsgave.

lieslaarsIn het ziekenhuis kwam ik eerst op spoedeisende hulp terecht en ’s middags om halfvier belandde ik op de operatietafel, waar men met allerhande ijzerbeslag de schade herstelde en me van een gipsen lieslaars voorzag. In de daaropvolgende dagen traden er echter complicaties op. Ik diende niet enkel bijna helse pijnen te doorstaan, hetgeen ik vanzelfsprekend op manhaftige wijze deed, maar bovendien bleef de wonde (30 centimeter lang, 72 hechtingen) bloeden. Ik kreeg gedurende vijf dagen iedere morgen een nieuwe lieslaars aangemeten, maar toen keerde de zaak zich eindelijk ten goede en kon ik aan mijn lange herstelperiode beginnen.

Ik ben maandagmiddag thuisgekomen en probeer me hier te behelpen met krukken, een rolstoel en een looprek. Ik kan jullie verzekeren dat dit een kommer en een kwel is, maar ik spartel er wel doorheen. Nog vier weken aangorden en dan kom ik, als het een beetje meezit, wel weer letterlijk op mijn (beide) poten terecht.

The Author