Praatjesmaker

Ik stel met genoegen vast dat er zich in de door de natuur gekoloniseerde omgeving van mijn woning tal van diersoorten ophouden en niet in het minst vogels van diverse pluimage, want net als Guido Gezelle hoor ik zo geern de vogeltjes schuifelen.

Nu hebben er zich echter een stelletje Turkse tortels in mijn tuin gevestigd en het mannetje daarvan vindt het nodig om van ’s morgens heel vroeg, als het daghet in den oosten, tot het invallen van de duisternis, als men aan de kust de zon in de zee ziet zakken, te zitten ouwehoeren op mijn dak: oehoe-hoe oehoe-hoe. Die gozer weet echt niet van ophouden en soms krijg ik er dusdanig de riebels van, dat ik in arren moede alle ramen dichtgooi, maar zelfs dan …
─”Hou nu toch eindelijk eens je kop!” roep ik soms.

Het is dat ik er prat op ga dat ik een dierenvriend ben, maar er zijn grenzen. Waar is mijn schietepoef?

The Author