Het sprookjesbos

peuterDe peuter zat vooraan op de fiets van de man die waarschijnlijk zijn opa was. Ze naderden de rand van het bos.
“En nu moet je goed kijken!” hoorde ik hem zeggen. “En naar de vogeltjes luisteren!”
Het kind zette gelijk stuitergrote ogen op en keek om zich heen als een stokstaartje. Toen ze het donkere bos inreden, hoorde ik hem een kreetje slaken. Het was een geluid dat enkel door verrukking kon ontstaan. Pure verrukking.

En zie, ook mijn hart zong op van vreugde.

Bekijk de wereld met de ogen van een kind en je zult zien hoe mooi die is.

The Author