Een beetje happen naar het baasje?

Vrijwel iedere dag, ook tijdens het weekend, slijt ik ettelijke uren in mijn werkkamer ─ miene bureau ─ waar ik me vooral onledig houd met mijn pc en zijn ap- en depententies. Het ligt dan ook voor de hand dat er tussen ons een haat-liefdeverhouding gegroeid is.

Ik betrap er me steeds vaker op dat ik met mijn computer zit te praten, als betrof het een gesprekspartner van vlees en bloed:

Allez vooruit, schiet eens een beetje op!
Waar heb je dat nu weer verstopt?
Ja, komt er nog wat van?

Er komt nooit wat terug natuurlijk en eigenlijk zit ik daar niet op te wachten, want ik kan het niet goed hebben dat men hetgeen ik zeg niet onweersproken laat.

Omdat ik van nature vreselijk ongedurig en in hoge mate ongeduldig ben, gebeurt het niet zelden dat ik hem met schimpende woorden te lijf ga … eh … dat ik een bloemlezing verwensingen en bijtende verwijten naar het scherm slinger. Dat bleef tot nu toe zonder gevolgen, maar vanmorgen weigerde hij herhaaldelijk een van mijn opdrachten uit te voeren.
─”Stomme kanus!” sproeide ik venijn als een opgevoerde cobra. “Krijg verdomme het zeepokkenlazarus!”

Op slag bevroor het scherm. Het martelen van de muis en het mishandelen van het toetsenbord zette geen zoden aan de dijk. In arren moede startte ik de computer opnieuw op. Hij deed alsof hij me mijn onheuse uitval vergaf, maar een nogal belangrijk document speelt sindsdien wel schampavie. Ik vrees dat ik het niet terug zal vinden.

Tja, computers zijn ook maar mensen natuurlijk.

bozepc

The Author