Zingen tot je doodvalt

In een wel heel belegen nummer ─ december 1981 ─ van het Franse reismagazine Partir viel mijn oog op het artikeltje dat jullie hieronder aantreffen:

Voor zij die geen of weinig kaas gegeten hebben van de taal van Molière vertaal ik even wat er staat:

Het dodelijke gezang
In (de Chinese regio) Guangxi bevindt er zich een bamboewoud, waarin een verbazingwekkende vogelsoort huist: een soort koekoek die men ‘du juan’ noemt. Wanneer de jongen aanstalten maken om het nest te verlaten, beginnen de ouders te zingen. Hun melancholische lied wordt droeviger naarmate de dagen verstrijken. Ze gaan echter door met dat smartelijke gezang, tot het bloed uit hun aan flarden gekweelde keel gulpt en ze de verstikkingsdood sterven.

En maar mens toch! Ik vind dit zo’n intrigerend fenomeen, dat ik het graag als kapstok wil gebruiken om er een novelle of een ander schrijfsel aan op te hangen. Helaas zit ik nu al dagen, ja zelfs weken verlekkerd internet te vlooien, maar nergens duikt er informatie op omtrent die vogels en hun merkwaardige gedrag. Het zal toch niet weer een broodjeaapverhaal zijn, mag ik hopen.

Als iemand van jullie toevallig een sinofiele ornitholoog is, of me meer kan vertellen over de onzegbare droefheid van deze koekoek, dan houd ik me van harte aanbevolen voor tekst en uitleg. Jullie kunnen me via het contactformulier bereiken.

The Author