Met rode oortjes

Vanmorgen bereikte me de droevige mare dat Angèle het tijdelijke met het eeuwige verwisseld heeft. Jullie hebben waarschijnlijk nog nooit van haar gehoord, maar in het dorp waar ik woon, staat ze bekend als de bonte hond met de blauwe staart en behoort ze nu al tot de plaatselijke folklore.

biechtenOm te begrijpen hoe dat zo komt, moeten we terugkeren naar lang vervlogen tijden, toen het katholicisme hoogtij vierde en de mensen nog in dichte drommen ter kerke gingen. In die godshuizen bevonden zich onveranderlijk een of meerdere merkwaardige meubelstukken, die men biechtstoelen noemde en waarin af en toe een priester plaatsnam, om de gefluisterde zonden van de gelovigen te aanhoren.

Hoewel Angèle voortdurend probeerde om Jezus van het kruis te bidden, kon ze het toch niet laten om een nogal vrijgevochten, ja zeg maar een liederlijk levenspad te bewandelen. Ze diende dan ook regelmatig haar zondige uitspattingen te belijden. Wat ze aan de priester vertelde, kon men in de ruime omtrek van de biechtstoel beluisteren, want ze verstond de kunst van het fluisteren niet. Met halfluide stem gaf ze op vrij gedetailleerde wijze tekst en uitleg over de onoorbare praktijken waaraan ze zich had overgegeven. Het zal allicht niemand verbazen dat mannen bijna vochten om een zitplaats in de buurt van de biechtstoel te veroveren als Angèle aanstalten maakte om van berouw blijk te geven.    

Nu is ze dood, overleden aan algehele slijtage. Ze heeft alleszins geen saai leven gehad.
“Ze zal ook niet moeten terugkeren!” zeggen wij dan, bij ons in het dorp.
Als de eeuwige zaligheid niet haar deel is, dan toch zeker eeuwige roem.

The Author