Zet er je tanden in

Ik pleeg af en toe iets te gaan administreren bij een dame, die in lang vervlogen dagen bevriend was met mijn grootmoeder. Ze is derhalve oud en der dagen zat, maar ze glundert haar leeftijd weg en gedraagt zich nog steeds als een pittige, bij de pinken zijnde tante. Hoewel …
─”Ik heb verse soep gemaakt”, zei ze tegen me. “Op de ouderwetse manier nog wel, met soepvlees en een paar mergpijpen. Dat plakt aan de ribben. Bedien je maar als je trek hebt.”

soeptandenIk had trek, dus begaf ik me naar de keuken en roerde niet zonder enthousiasme in de robuuste ketel, die dampend op het fornuis stond. Terwijl ik dat deed, dook er een mergpijp aan de oppervlakte op. Hoewel het ding slechts een heel kort moment zichtbaar was, wekte het toch mijn argwaan, zodat ik het met de pollepel probeerde te vangen en tot mijn afgrijzen ontdekte dat ik het valse bovengebit van de gastvrouw opviste.

Op slag verging de trek me en ik diende inderhaast een allergietje voor te wenden om aan het eten van soep te ontkomen. De tanden heb ik open en bloot op het aanrecht achtergelaten, zodat ze haar meteen in het oog zullen springen als ze de keuken betreedt. Zou ze zich afvragen hoe die daar terechtgekomen zijn?

The Author