Dromen in alle talen

Het is al enige tijd geleden dat ik de invloed van voedsel op het nachtelijke dromen probeerde na te vorsen. Mijn eerste bevindingen in dit verband boekstaafde ik toen in Koppiekoppie. Sindsdien heb ik mijn onderzoek noodgedwongen, wegens gebrek aan financiële middelen, op een laag pitje gezet. Ik was van plan om proefondervindelijk het effect van kaviaar en truffels vast te stellen, maar een vraag om subsidie werd afgewezen en mijn knipje verdraagt geen aankoop van zulke culinaire aardigheidjes. Het Bruintje dat bij mij op stal staat, kan dat niet trekken en een Ezeltje Strekje dat gouden dukaten schijt, heb ik tot nu toe ook enkel in sprookjes aangetroffen. Dus niet.

Wel heb ik ondertussen uitgevogeld dat mijn dromen zich wel degelijk in fraaie kleuren plegen te hullen en vanmorgen ontdekte ik dat ik me tijdens mijn nachtelijke avonturen niet uitsluitend van het Nederlands of het West-Vlaams bedien. Jullie weten inmiddels dat ik een samenraapsel … eh … de vrucht ben van de liefde tussen een Vlaamse moeder en un padre argentino, die helaas allebei veel te vroeg naar het dorp van de eeuwige vakantie afreisden. Sinds mijn kindertijd ─ hoe lang is dat wel niet geleden? ─ hanteer ik even vlot het Nederlands als het West-Vlaams en het castellano, zijnde de Zuid-Amerikaanse versie van het Spaans. Omdat me het geluk beschoren was dat ik tamelijk lang naar school kon gaan en omdat ik over een talenknobbel bleek te beschikken, ben ik vandaag de dag in staat om zelfs een babylonische spraakverwarring te ontrafelen.

dromenSoms vroeg ik me af of ik ook in mijn dromen vreemde talen vermocht te spreken. Niet dat het me echt bezighield. Ik lag er alleszins niet wakker van, want dat was wel het laatste dat me nader tot een antwoord zou brengen. Tijdens de voorbije nacht huisvestte ik echter een Argentijnse gast in de logeerkamer. Vanmorgen, tijdens het ontbijt, verklapte hij dat ik hem de stuipen op het lijf gejaagd had met mijn luid geschreeuw. Pas toen hij in paniek naast mijn bed arriveerde en sussende woorden sprak, kwam mijn wilde droom tot bedaren en sliep ik rustig verder.
─”Wat riep ik dan?” wilde ik weten.
Dat had hij niet begrepen, behalve dan die ene zin, die hij ietwat schroomvol aan me opdiste. 

Tja, ik zal die hier maar niet herhalen, want wellicht lezen er onbezoedelde zielen mee, die te jong zijn voor verdorvenheid, maar het was een niet mis te verstane Spaanse formulering van iemand die hevig aan seks denkt, bruist van energie en geen blad voor de mond neemt.

Ik kan dus wel degelijk in een andere taal dromen.

The Author