Kerkhofblommen

Naar het kerkhof gaan, is niet erg. Er blijven wel.

Voor katholieken is vandaag een feestdag ter ere van alle heiligen, die dan ook de naam Allerheiligen opgespeld kreeg, want vlaggen moeten de lading dekken. Morgen, Allerzielen, gedenken ze al de overledenen en dat zijn er ondertussen nogal wat. De kerkhoven zien er dan ook bijzonder feestelijk uit, voor zover een kerkhof een feestelijke allure kan tentoonspreiden. Al die uitbundige boeketten van orgiastisch opengebarsten bloemen wekken de indruk dat het daar prettig toeven is, hetgeen ik meen te mogen betwijfelen.

Hoewel ik geen katholiek ben en dat eigenlijk ook nooit was, verwijlen mijn gedachten nog regelmatig bij de mensen die er voor mij toe deden, maar desalniettemin voorgoed uitgestapt zijn: mijn ma, mijn pa, mijn zus, de liefde van mijn leven, enkele vrienden … Ze maken deel uit van wat ik nu ben en ik heb ze gisteren allemaal een bloemetje gegeven. Toen ik daarmee klaar was, overviel me plots een nogal terneerdrukkend gevoel.

Van wie zal ik wat lachende chrysanten krijgen nadat ik het tijdelijke met het eeuwige verwisseld heb? Ik ben een van die overgeschoten mensen, die vooralsnog niemand hebben gevonden om van te houden. De paar verwanten die me resten, wonen in heel verre buitenlanden, en mijn schaarse vrienden hebben me zelfs tijdens mijn leven nog nooit echt in de bloemetjes gezet, dus zullen ze dat na mijn dood wellicht ook niet doen. Niemand zal mijn laatste rustplaats opsmukken en de katholieken die op Allerheiligen en Allerzielen in groten getale naar het kerkhof afzakken, zullen me hoofdschuddend voorbijlopen en denken: “Ach, wat zielig toch, zo’n onbeminde.”

Om dat te vermijden zal ik straks dan ook mijn uiterste wilsbeschikking wijzigen en vermelden dat men mijn as op zee dient uit te strooien. Daar valt het minder op als ik van niemand een bloemetje krijg.

grafsteen

The Author