Over frietkramen in barakken

“Les traditionelles vacances de ski, c’était la Baraque Fraiture”, zei de moeder van de Waalse journalist Christophe Deborsu.
“In plaats van op de ski’s, stonden we voor de frietkraam”, vertaalde de Nederlandse VPRO dat in de ondertiteling.

BaraqueFraitureTerwijl wij het hier te lande met een Baraque Michel of zelfs een Baraque Fraiture moeten stellen, die dus geen frietkramen zijn, maar uitstulpingen in het Belgische landschap, kunnen de Verenigde Staten van Amerika met een Barack Obama uitpakken: een mens van vlees en bloed, die een redelijke kans maakt op een tweede ambtstermijn als president.

Barack Obama … Je zal maar naar zo’n onfortuinlijke naam luisteren. “Ga daarmee naar den oorlog!” zou mijn moeder zeggen als zij nog leefde. Ik ben wellicht niet de enige die spontaan een baardige terroristenleider voor de ogen geschilderd ziet als het woord Obama valt. Ook Barack heeft een beetje een ondeugdelijke bijklank, vind ik. Toch zeker in onze taal, waar barak de ietwat negatieve connotatie van bouwvalligheid bezit. Ach, what’s in a name …

Hij geniet in alle geval mijn voorkeur. Hij is mijn favoriet, vooral ook omdat hij de gave van de retorica bezit. Wie zich op welsprekende wijze vermag uit te drukken, heeft meteen een wit voetje bij me, al zal dat in zijn geval wellicht een eerder zwart voetje zijn. Ik zag hem vannacht bezig en hoewel de woorden uit zijn mond geurden, heeft dat niet kunnen beletten dat ik koppijn gekregen heb van dat nachtbraken.

Desalniettemin zou ik voor hem stemmen als ik dat kon.

The Author