Droedels

Zowel de Belgen als les Belges en die Belgier krijgen één dezer dagen een kaart in de bus. Het is geen vriendelijke uitnodiging, maar een regelrecht bevel om aan de verkiezingen deel te nemen. Samen met de Grieken en de Luxemburgers zijn wij immers de enige Europeanen voor wie de stembusgang verplicht is. “’t Is van moeten!” zeggen we in Vlaanderen. Bovendien regelen de aanstichters van dit stuntelig in elkaar gehikte volksvermaak het telkens zo, dat we er een zondagmorgen bij inschieten. Ach, laat ik me maar niet te sappel maken. ’t Is toch niks gedaan.

Op 13 juni dien ik dus mijn medewerking te verlenen aan de verkiezing van volksvertegenwoordigers en senatoren, want dat gaat gelukkig in een moeite door. In afwachting van deze heuglijke dag proberen de kandidaten bij me in het gevlij te komen en naar mijn gunst te dingen, door me hun curricula vitae toe te sturen en zich ongegeneerd op een bedje van lauweren uit te strekken.

Ik lees zelden wat ze schrijven, maar ik amuseer me kostelijk met de mugshotachtige portretjes die hun teksten verluchten. Op gekunstelde wijze proberen ze immers intelligentie, charme en zelfs erotiek uit te stralen! Met een gestrekte wijsvinger tegen de onderlip suggereren sommigen verscherpte aandacht voor mijn problemen, maar daar trap ik niet in. De meesten zijn valser dan een kunstgebit. Nee, ik voorzie me van een schrijfinstrument en begin resoluut hun smoelwerk te redresseren. Ik bezorg ze kapsels als termietenheuvels, krankzinnige wenkbrauwen, ziekenfondsbrillen, strijdlustige pukkels, neukteugels, woeste struikroversnorren, vreemdsoortige kincreaties …

Soms vind ik het jammer dat we de leden van ons koningshuis niet kunnen verkiezen. Ik zou me dolgraag wat aan die gezichten vergrijpen en mijn vunzigste lusten botvieren op bijvoorbeeld die eigenzinnige en ongezeglijke kroonprins van ons. Weten jullie wat? Ik doe het lekker toch. Ik kan me gewoon niet inhouden. Zou ik zodoende majesteitsschennis plegen?

The Author