Er zwaait wat

Kennissen van me, met wie ik overigens niet echt een geslaagde relatie onderhoud, vertrokken een jaar of wat geleden naar Japan. Ze keerden helaas ook terug en ze brachten zowaar een cadeautje voor me mee: een Maneki Neko. Kus nu mijn klooster!

Maneki Neko betekent Wenkende Kat en het is eigenlijk niet meer dan een zittende kattenfiguur, voorzien van een wuivende poot, die men in het Verre Oosten algemeenlijk als een talisman beschouwt. Zo’n beeldje kreeg ik dus en men drukte me op het hart dat ik er nauwlettend op moest toezien dat het pootje in beweging bleef, want als het zwaaien ophield, kon dat weleens heel kwalijke gevolgen voor me hebben.

Het geval heeft eerst een tijd op mijn schrijftafel gestaan, maar dat rusteloze armpje werkte af en toe behoorlijk op mijn systeem. Bovendien beschouwden mijn echte poezen het wuiven als een soort uitnodiging om te stoeien. Aanvankelijk beperkten ze zich tot het uitdelen van wat speelse tikken, maar ze werden met de dag driester en toen mijn fetisj op een keer een optater van je welste kreeg, kon ik die maar net van een regelrechte doodsmak redden.

Sindsdien staat het ding op een veiliger plek. Weliswaar moet ik er om de twee weken een vers batterijtje in onderbrengen, want het is een bijzonder gulzig energievretertje, maar dat weegt natuurlijk niet op tegen het geluk dat hier op onstuitbare wijze langs deuren en ramen blijft binnenstromen. Ik kan het werkelijk niet op en helaas kan je voorspoed niet oppotten, om het te gebruiken als het eens wat minder gaat, zoals bijvoorbeeld gisteravond …

Het zal rond een uur of negen geweest zijn dat het zwaaiende pootje plots stilviel. Ik repte me naar de lade waarin ik batterijen bewaar, om daar te ontdekken dat ik door mijn voorraad heen was. Ik haalde de schouders op en schoof nogal nukkig de lade dicht, waardoor ik de hele kast een schok bezorgde en het labiele evenwicht van een kaars in een kandelaar dermate verstoorde, dat die aanstalten maakte om te gronde te storten. Ik probeerde dat te verhinderen, maar haperde onderweg aan een ander ornament, zijnde een loodzware en uilvormige boekensteun van marmer. Die vogel daalde gezwind neerwaarts en streek neer op mijn grote teen, die bloot was en derhalve onbeschermd.

Ik stond wat te dansen en toen ik uitgedanst was, ben ik naar de nachtwinkel in het dorp gewandeld. Daar heb ik batterijen gekocht en veel te duur betaald, maar mijn Maneki Neko zwaait weer met zijn pootje en de fortuin lacht me toe.

The Author