Stom duinkonijn!

Toen ik vanmorgen welgemoed het ledikant ontsteeg, trof ik naast mijn bed een hoogzwangere muze aan.
─”Het water is gebroken”, zei ze. “Ik kan ieder moment bevallen van potige volzinnen die de liefde bezingen.”

In ijltempo verrichte ik de vervelende karweien waar het leven me iedere ochtend mee opzadelt ─ wassen, scheren, tandenpoetsen, koffiezetten ─ en nam vervolgens met hooggestemde verwachtingen aan mijn schrijftafel plaats. Het duurde niet lang of mijn vingers begonnen op het computerklavier te raffelen. Ik had werkelijk uit de hengstenbron gedronken: de over het scherm voortjakkerende letters spetterden als Bengaals vuur en klitten samen tot lenig proza.

Opeens echter werd alles me zwart voor de ogen. Nee, ik viel niet van de kegels, maar mijn pc gaf er doodgemoedereerd de brui aan. Nu ben ik op school nooit klaargestoomd voor het behandelen van computerkundige defecten en ik begreep er derhalve van ganser harte niets van. Ik ging langs de klep van de pet aan het sjoemelen en tot mijn verrukkelijke verwondering kreeg ik het toestel opnieuw aan de praat. Vraag me vooral niet naar het hoe en het wat.

Spoedig bleek echter dat ik het programma waarin ik mijn geheimen bewaar ─ ik bedoel de kluis met wachtwoorden en andere vertrouwelijke informatie ─ met geen mogelijkheid kon openen. Het zal duidelijk zijn dat zoiets in deze computergestuurde tijden voor een allemachtige hoop ongemak zorgt. Gelukkig heb ik mijn voorzorgen genomen door al die gegevens naar zo’n handige USB-stick te kopiëren. Die bewaar ik in een van cijfersloten voorzien koffertje …

… en nu weet ik begot niet meer welke combinatie ik moet instellen om dat ding open te maken. Ja, het getal staat ook op die geheugenstick, maar aangezien die zich in dat valiesje bevindt …

The Author