Bezwadderen

Ik bekeek afleveringen van de fietstochtjes Parijs-Nice en Tirreno-Adriatico. Binnen de kortste keren zat ik me omstandig op te winden over hetgeen ik zag.

Wielrenners blijken namelijk bijzonder schadelijk voor het milieu te zijn en tot de grootste nestbevuilers van de aardkloot te behoren. Om op krachten te blijven, dienen ze tijdens het fietsen immers geregeld de inwendige mens te versterken. Ze eten wat en ze drinken iets … en al de wikkels, kartonnetjes, blikjes en bidons kieperen ze vervolgens doodgemoedereerd in bermen, sloten en voortuintjes. Het geeft absoluut geen pas.

Toen tijdens een afdaling voor de zoveelste keer een aantal drinkbussen uit het peloton opstegen en naast de weg belandden, riep ik verontwaardigd:
─“Is ’t nu gedaan, ja!? Zal ik jullie eens de natuur inlazeren?”
Mijn woorden waren nog niet koud of een paar renners misten een bocht en duikelden een weiland in.
─“’t Was maar om te lachen”, fluisterde ik geschrokken.

Kijk! Als ik klakkelings een overtolligheid op straat gooi en er is een juut die dat opmerkt, zal hij me op de bon slingeren. En terecht! Als wielrenners ongeveer hun hele hebben en houden in de natuur sodemieteren, zijn tientallen agenten daar getuige van en toch ondernemen die niets.

Tegenwoordig zijn fietsen toegerust met allerhande snufjes en vernuftigheden. Volgens mij is er onder het zadel meer dan voldoende ruimte om er een soortement afvalemmertje aan te brengen, waarin de renner zijn verpakkingen deponeert tot hij zich in de buurt van een volgwagen bevindt waar hij dat handeltje kan afgeven. Het is niet meer dan een aanpak. Het kan erger, hè?

The Author