Lol maken is … boeten

Ik ben nooit vies geweest van een faveurtje. Enkele maanden geleden bood men me een partij schrijfbehoeften aan voor een prijs die ik niet kon laten lopen. Het lot omvatte, onder veel meer, vijftig dozijn potloden die allemaal met een stuf toegerust waren. Potloden zijn mijn favoriete schrijfgerief, maar ik gebruik nooit dergelijke gummetjes. Ik vergrijp me immers zelden aan de spelling van woorden en als dat toch een keer gebeurt, verkies ik het doorhalen boven het uitvlakken.

Ondertussen heb ik al een tiental van die potloden herschapen tot stompjes met nog intacte gummetjes. Met behulp van een tang maak ik die los en bewaar ze in een doosje. Ik zal de bagatellen vermoedelijk nooit voor iets kunnen aanwenden, maar weggooien staat niet in mijn woordenboek. Inmiddels ben ik eigenaar van een groot aantal compleet nutteloze verzamelingen.

Veel mensen spelen tijdens het schrijven met hun instrument … eh … ik bedoel natuurlijk hun pen of hun potlood. Ze bijten of sabbelen erop, hetgeen ik nogal wansmakelijk vind, vooral als ik achteraf zo’n toegetakelde schrijfstok in handen krijg. Dat doe ik dus niet, al betrap ik er mezelf regelmatig op dat ik met mijn gerief in mijn oor zit te pulken. Toevallig past dat gummetje precies in mijn uitwendige gehoorgang, alsof het ervoor gemaakt is, en jullie zullen het ongetwijfeld met me eens zijn dat zo’n effleurage een groot genot kan veroorzaken.

Gisteravond was ik bezig mijn orgaan een plezier te doen en een beurt te geven, toen plots dat gummetje loskwam en in mijn oor bleef steken. Mijn pogingen om het te bevrijden, vielen averechts uit: het ding dook dieper het kanaal in en gleed langzaam richting trommelvlies. Een lichte paniek maakte zich van me meester. Ik gebruikte de sproeier van de douche om mijn oor met water te vullen, maar de indringer wilde niet van wijken weten.

In arren moede liet ik een dokter komen. Hij spoot mijn oor uit. Eenmaal. Andermaal. De derde keer kwam het gummetje tevoorschijn. Aangezien voorrijkosten buiten de gebruikelijke uren hoog oplopen, liet ik hem ook mijn andere oor irrigeren, om toch enigszins waar voor mijn geld te krijgen.

Op de keper beschouwd, is de prijs die ik voor mijn potloden betaalde al niet meer zo schappelijk.

The Author