Schone schijn?

Ik ben niet zo goed in het schatten van afstanden, maar ik denk dat mijn dichtste buren in uilenvlucht … eh … in vogelvlucht ongeveer tweehonderd meter bij me vandaan wonen. Ik ken die mensen niet en ik zie ze ook zelden of nooit, want ik zit verscholen in een bos, omsingeld door bomen die weinig doorkijk bieden. Bovendien ben ik nogal op mezelf. Een aantal minder gelukkige ervaringen en ingrijpende incidenten hebben mijn sociale vaardigheden behoorlijk gefnuikt.

Als de wind uit het westen waait ─ en in deze tochtige contreien is dat meestal het geval ─ kan het gebeuren dat het motorgeluid van een tuinwerktuig tot bij mijn oor raakt, of dat de brandlucht van hun barbecue mijn neus bereikt. Ik vermoed evenwel dat er onlangs nieuwe bewoners neergestreken zijn. Sinds een paar weken kan ik immers af en toe pianomuziek horen en het gekweel van een vrouw. Men zou me kunnen folteren met het soort deunen dat ze speelt. Omdat ze tot overmaat van ramp al zingend op zoek gaat naar een toon die ze niet kan vinden, vrees ik dat Hyacinth Bucket (Bouquet) daar haar intrek genomen heeft. ’t Kan erger, hè? Of niet soms?

Zolang ze het maar niet in haar hoofd haalt om me op de koffie te vragen, of erger nog: me uitnodigt op een van haar soupertjes bij kaarslicht.

The Author