Lullepottende manwijven

Ik verneem tot mijn afgrijzen dat de televisie ons binnen afzienbare tijd, vanaf 13 oktober, wekelijks op “Debby & Nancy’s Warme Winter Show” zal vergasten. Je moet warempel een genie zijn om zo’n onnozele titel te bedenken, maar dat is niet de reden waarom ik nooit ofte nimmer naar dat programma zal kijken. Ik heb namelijk een gloeiende siroophekel aan die flauwe afkooksels van Dame Edna en Margreet Dolman die het programma presenteren.

Stany Crets en Peter Van den Begin vertolken Debby & Nancy ─ die namen alleen al! ─ en dienen zich daarvoor als vrouw te vermommen. Spaar me! Lelijkere wijven zal je nergens op de aardkloot aantreffen en ze staan nog ongehoord bot en ordinair in het leven ook. Ze ratelen als Tibetaanse gebedsmolens, hebben het ene snibbige praatje na het andere in de aanbieding en zijn voortdurend drenkelingen in hun eigen woordenstroom. Tot overmaat van ramp vindt dat rad kwekkend duo het bovendien nodig om zich met falsetstemmen aan hun oeverloos gezwam over te geven. Kijk, daar krijg ik het behoorlijk van op mijn teringtietjes. Wat zeg ik?! Ik krijg er stenen kloten van!

Reken maar dat ik me het lazarus zal zappen als Debby & Nancy onverhoeds op mijn ruitje verschijnen en aanstalten maken om me de kop gek te zeuren. Volgens de bijtitel van een van hun vroegere programma’s deden ze er alles aan om de Vlaming gelukkig te maken. Als ze dat toen werkelijk beoogden, hoefden ze wat mij betreft nooit meer terug te keren.

Ik wil echter op een positieve noot eindigen. Gisteren besloot een journaalanker zijn presentatie met een weerbericht, dat hij in een heerlijk poëtisch fijnproeverszinnetje samenvatte:

Zacht is het woord voor het weer vannacht.

Daar kunnen Debby & Nancy een punt aan zuigen.

The Author