Grapjurk

“Wat zullen we vandaag eens gaan doen ter vermaak?” vroeg ik me vanmorgen af, want ik ben veroordeeld tot levenslange kwajongenschap.

Ik begaf me gezwind naar een overheidsinstelling, want het is algemeen bekend dat men de knop daar meestal op lol zet. In het kantoor dat ik betrad, hing een wasem van gezelligheid en het uiterlijk van de ambtenaar die ik daar aantrof, verried dat hij weleens lekker gegeten had. Hij was een kamerolifant en wekte daardoor een indruk van joviale blijmoedigheid. Hij begon een formulier in te vullen.

─”Wat is je geboortedatum?” wilde hij weten.
─”Vier januari”, zei ik.
─”Welk jaar?”
─”Ieder jaar”, sloeg ik een schalkse toon aan.

De man keek me aan alsof hij iets smerigs rook. Ik stond me haast te benatten van het lachen, want bij gebrek aan concurrentie ben ik nog steeds de leukste thuis en ik blijf mezelf grappig en onvoorspelbaar vinden.

The Author