Korte metten

Het is ondertussen al bijna drie jaar geleden dat ik de brand in mijn laatste grafnagel zoog, maar het vervult me nog steeds met trots dat ik erin geslaagd ben om zonder hulpmiddelen of bemoeienis van derden die verslaving het hoofd te bieden. Toen ik nog rookte, gebeurde het niet zelden dat iemand me benaderde om een sigaret te bietsen. Ik had daar een gloeiende siroophekel aan, want vaak waren het personen die ik niet of nauwelijks kende en bovendien was ik er in mijn hoedanigheid van duitenpletter niet zo happig op om mijn kostbare peuken weg te geven.

Omdat ik het Nicotiaanse kruid afgezworen heb, dacht ik van dat gebedel verlost te zijn, maar dat blijkt niet het geval. Vandaag de dag vragen mensen me steeds vaker of ze even mijn mobieltje mogen lenen. Ze hebben hun eigen toestel niet bij, of de batterij ervan is leeg, of weet ik veel wat er allemaal met zo’n gsm kan gebeuren.
Ik heb zelfs kennissen die enkel bij me op bezoek komen als ze een document van dertig pagina’s moeten afdrukken of fotokopiëren. Ze kunnen thuis weliswaar over een printer beschikken, maar dat ding kiest altijd bijzonder ongelegen momenten uit om zonder inkt te vallen.

Ik ben van plan om daar korte metten mee te maken. Je geeft ze een vinger en ze draaien je arm uit het lid. Op het laatst zullen ze mijn kont nog lenen en dan kan ik uit mijn ribben schijten.

The Author