Een romantisch ongevalletje

Spelevarende zwanen beschilderen de Brugse reien met witte sier en dat levert romantische beelden op, wat ook de bedoeling is. Brugge is immers het toevluchtsoord bij uitstek voor mensen die met een smachtend hart toegerust zijn en zich aan het zoet genot der tranen durven overgeven, zelfs als daar eigenlijk geen reden voor is.

Gisteren zag ik een kwieke Japanner over een afsluitinkje stappen, om een close-up van zo’n vogel in zijn fototoestel te vangen en mee te nemen naar het land van de rijzende zon. Hij had niet in de gaten dat de vrouwelijke zwaan, die zich schuin achter hem bevond en waarschijnlijk last had van koppijn of een pijnlijke maandstond, zijn toenadering tot haar geliefde hoegenaamd niet op prijs stelde en een aanval voorbereidde, die ze even later uitvoerde. Met gestrekte hals, de vleugels gespreid en sissend als een opgevoerde cobra stortte ze zich kamikazegewijs op haar prooi. Die schrok zich letterlijk een ongeluk, want hij zette het weliswaar op een lopen, maar hij misrekende zich bij het afsluitinkje en bleef met zijn voet haperen. Terwijl hij armenzwaaiend ten gronde stortte, glipte het kodakje uit zijn handen. Het beschreef een keizerlijke boog in het luchtruim en dook vervolgens met een nauwelijks hoorbaar plonsje het water van de reien in.

Gelachen dat we hebben! Nu ja, pas als het slachtoffer ons niet meer kon zien, want we blijven beleefd, maar zoals Samuel Beckett al schreef:

“Niets is komischer dan het ongeluk (van anderen natuurlijk).”

The Author