Daar word ik toch zo moe van, hè!

De televisie vergastte ons gisteren op de eerste grote klassieker van het wielerseizoen: Milaan-San Remo, alias La Primavera. Daar moest ik bij zijn. Helaas veroorzaakt dat te mijnent een niet te onderschatten zenuwentroep. Ik heb namelijk de schier onbedwingbare neiging om mee fietsen. Dat is niet alleen een uiterst uitputtende klus, maar je kunt ook beter niet naast me op de bank plaatsnemen, want ik doe het met volledige inzet van al mijn ledematen. Ik zit te hippen als een idioot, spring driest in het wiel van al wie demarreert en sleur me met zwaaiende schouders en danseuse de hellingen op. Dat gaat een mens niet in zijn koude kleren zitten.

Tijdens de eerste beklimming, die van Le Manie, zat ik reeds te hijgen als een postpaard. Na de Capo Mele raakte de pit er wat uit. De Capo Cervo zorgde ervoor dat ik de kam liet hangen. Op de Capo Berta verschoot ik bijna al mijn kruit. Na de Cipressa had ik vrijwel geen olie meer in de lamp en toen moest ik de Poggio nog op.

Ik bereikte weliswaar de aankomst, maar toen kon je me wegdragen, hè. Of aanvegen. Ik was helemaal gaar en gesloopt en ik heb de hele avond blauw gelegen. En dan te bedenken dat het wielerseizoen eigenlijk nog maar pas begonnen is.

The Author