Je schrikt je de tering!

Ik vind het een beetje zielig dat ik als volwassen man moet bekennen dat ik een heilige schrik heb voor alles wat een knal geeft, of met het geluid van een explosie gepaard gaat. Een onweer is voor mij een marteling; ik sla op de vlucht voor schoten van schiettuigen; met het gooien van voetzoekers, rotjes en knalerwten kan je me werkelijk de duivel op het lijf jagen …

Ik was in een speelgoedzaak waar men voorbereidingen trof voor de carnavalsjool. Men hing bontgevederde slingers aan het plafond, kleurige vlaggetjes hadden aanlijngebod gekregen, een prulletje hier, een dingsigheidje daar … Je moet er aardigheid in hebben. Terwijl ik tussen de schappen dwaalde, trof plots een sissend geluid mijn oor, alsof zich aan de andere kant van het rek een slang ophield, of toch zeker een reptiel dat zich op die wijze uitdrukte. Mijn nieuwsgierigheid haalde het van mijn behoedzaamheid. Ik sloeg het hoekje om …

… en zag een man met een groot geval tussen zijn benen … eh … ik bedoel zo’n met helium gevulde fles, waarmee men ballonnen opblaast. Omdat ik daar zo onverwacht verscheen, keek hij me aan, waardoor de ballon die hij bezig was te vullen even aan zijn aandacht ontsnapte en … boem! Mens, dat gaf me toch een teelbalbeklemmende knal. Ik sprong me haast een liesbreuk, slaakte een luide kreet en liet van de weeromstuit mijn boodschappentas vallen, waarin een bokaaltje frambozenjam zich te barsten schrok.

Ik heb in mijn hele leven nog nooit een ballon opgeblazen en ik zal het ook nooit doen, want ik ben bang van die dingen. Al dat geknal is nergens voor nodig. Er is geen lol aan. Ik krijg er in alle geval de stuipen van.

The Author