Vroegrijp

Terwijl mijn vriendin met een dokter over intieme aangelegenheden keuvelt, zit ik met haar achtjarig zoontje in de wachtkamer. Hij is opvallend onrustig en heeft zowel kwik in zijn gat als de kriebel in zijn reet. Dan toont hij opeens grote belangstelling voor een tijdschrift van het Belgische leger. Een van de foto’s bezorgt hem binnenpretjes en veroorzaakt gegniffel. Hij stoot me aan met een voorzichtige elleboog.
─”Da’s een matroos, hè?” lispelt hij.
─”Inderdaad”, zeg ik, nadat ik zijn bewering aan de werkelijkheid getoetst heb.
─”Weet je wat er op zijn pet staat?” grinnikt hij.
─”Nee”, beken ik schuldbewust.
─”Kijk eens!” gebiedt hij.
Ik kijk eens.
─”Z.M.F.N.” hijg ik verheugd.
─”Weet je wat dat betekent?” gnuift hij.
Ik weet het weer niet!
─”Geen idee!” hakkel ik ietwat verbouwereerd.
Hij pakt me samenzweerderig bij de arm, brengt zijn mond vlak bij mijn oor en prevelt:
─”Zonder Meisjes Flauwe Nachten.”

Ik staar hem verbijsterd aan. Zijn donkere ogen fonkelen. Dan slaat hij zedig de droomwimpers neer. Een olijk glimlachje blijft op zijn lippen stoeien. Opeens zijn we echte vrienden. Ouwe-jongens-krentenbrood. Dat joch vertrouwt me, maar … wat weet hij nog meer dat ik niet weet?

The Author