Stiekeme mime

Toen ik vanmorgen tersluiks, want besluierd door gordijnen, de postbode gadesloeg, zag ik hoe hij zijn fiets op de steun hees om bij me aan te stappen. Ik slaakte een kreet van verontwaardiging. Het betekende wellicht dat hij een aangetekend stuk aan me wilde bezorgen, wat volgens mij alleen slecht nieuws kon zijn. Als ‘t voor iets onaangenaams is, weten ze me wel wonen.

Nog voor de bel luidde, had ik al een een nummertje bekken trekken ten beste gegeven en wat met de armen gemolenwiekt, want als niemand me ziet, mag ik graag wat toneelspelen. Ik acteer als smeltend asfalt en bij mij gaat het ook met veel pathos gepaard, omdat ik denk dat het zo hoort, maar ik zal me vermoedelijk wel vergissen. Net voor ik de deur opende, verlaagde ik me zelfs nog tot een vulgaire bras d’honneur. Neem me niet kwalijk dat ik hier een Franse uitdrukking moet gebruiken, maar ik denk niet dat er een Nederlandse benaming voor die obscene geste bestaat. Het is eigenlijk een ietwat opschepperige variant op het opsteken van de middelvinger, want men gebruikt geen bescheiden vinger om de rol van penis op zich te nemen, maar meteen de hele voorarm en de hand. Als formaat kan dat tellen. Voor wie nu nog niet weet wat ik precies bedoel, heb ik hiernaast een fotootje geplaatst, zodat niemand in het ongewisse blijft omtrent het gebaar dat ik achter de deur maakte. Zoals ik al eerder schreef: hoogmoed en grootheidswaan zijn niets anders dan onhandige manieren om frustraties te verdoezelen of te compenseren.

De postbode had evenwel geen aangetekende voor me bij. Hij gebruikte een flauw excuusje om naar binnen te aarzelen, waarna bleek dat hij gewoon over een pracht van een dorst beschikte en me graag een paar pilsjes wilde ontfutselen, waar hij nog in slaagde ook.

The Author