Wie belt daar aan mijn huisje?

Wie regelmatig mijn blog leest, zal weten dat ik in een bos ondergedoken ben. Rondom mijn woning is het ’s nachts zo donker als in het gat van een neger. Naar het schijnt hebben mijn katten daar geen last van, omdat ze er dwars doorheen kunnen kijken, maar ik ben geen kat en stond tot voor kort letterlijk in het duister te tasten en hem soms ook te knijpen als een oude dief. Onlangs heb ik echter enkele halogeenprojectors laten aanbrengen. Die zijn voorzien van een spitsvondig mechanisme, bewegingsdetector genaamd, waardoor de lamp aanfloept als die detector een teken van leven in de buurt van mijn optrekje opmerkt. Het heeft trouwens nog heel wat voeten in de aarde gehad om die dingen precies af te stellen, want ze mochten niet in werking treden als ze mijn poezen bespeurden. Ook hazen, konijnen en ander klein wild liet ik liever ongemoeid.

Nu volgt het relaas van wat mij vannacht overkwam en zich vooralsnog in mysterieuze nevelen hult.

Het zal rond elf uur geweest zijn dat mijn poezen van hun avondwandeling huiswaarts keerden. Dat is op zich geen wereldschokkend nieuws en ik zou het onvermeld laten, ware het niet dat ze voor het eerst gezamenlijk hun rentree maakten. Meestal verstrijkt er wel een uur tussen de eerste en de laatste, maar ze doken vlak na elkaar op en bovendien vertoonden ze alle drie tekenen van paniek. Er was kennelijk stront aan de knikker. Struinde er een dolende hond door de tuin? Verschool er zich een geile kater in het struikgewas? Ik ging even poolshoogte nemen.

De tuin baadde in een zee van licht. Er plegen in deze contreien geen herten rond te springen en ook de sierlijke reeën dartelen hier ver vandaan. Wel zijn er een jaar of wat geleden enkele everzwijnen opgedoken, maar die hebben ze kunnen liquideren. Er werd tevens een vos gesignaleerd … Maar goed, ik bespeurde geen onraad, dus keerde ik terug naar mijn werkkamer … maar zou die vooralsnog niet bereiken, want plots luidde de deurbel. Ik slaakte een geschrokken kreet en gaf zelfs een sprongetje ten beste, want in het holst van de nacht heeft zo’n doordringend gerinkel een angstaanjagend effect. Het benauwde flink. Aangezien ik niemand verwachtte, informeerde ik zonder open te maken naar de identiteit van de late bezoeker. Ik kreeg geen antwoord. Angst greep me als een koude klauw in de nek en joeg zweet naar buiten. Hoewel het me bijna dun door de broek liep, klom ik toch naar de eerste verdieping en opende er behoedzaam een venster. Er hield zich niemand voor mijn deur op en het pad dat langs mijn huis voert lag er verlaten bij. Wel hoorde ik in de verte een vreemd en naargeestig geluid, alsof iemand zich daar op een oud rijwiel voortbewoog, piepend en knarsend.

Tien minuten later sprong de buitenverlichting een tweede keer aan. Ik ben meteen als de gesmeerde wiewa naar boven gerend, heb evenwel niemand kunnen betrappen … maar werd opnieuw met die onzichtbare en dus spookachtige fietser geconfronteerd. Of speelde inbeelding me parten?

Zouden er flauwe grappenmakers onder mijn vrienden schuilen? Krijg ik bovennatuurlijk bezoek? Het is nochtans nog lang geen Halloween. Ik heb vannacht bijzonder slecht geslapen.

The Author