Zondagsrijder en zondagskind

Hierboven zien jullie de aankondiging van een lovenswaardig initiatief, dat voor mij eigenlijk best een uurtje vroeger had mogen beginnen.

Toen ik vanmorgen rond een uur of negen in de Brugse binnenstad door een straat vol opgefokte consumptiewinkels fakkelde, diende ik plots een beroep te doen op het engeltje dat op mijn schouder zat en met een kraaienwip mijn vege lijf te redden.

Een dame die een imponerende Mercedes mende ─ of toch de indruk wekte dat ze die mende ─ maakte om onnaspeurbare redenen een stuurfout. Ze reed eerst kledder tegen een amsterdammertje aan — waarmee ik geen inwoner van de Nederlandse hoofdstad bedoel, maar zo’n paaltje dat het parkeren op de stoep moet verhinderen — scheerde toen rakelings langs enkele voetgangers, waaronder ikzelf, en ramde vervolgens twee geparkeerde auto’s.

Ze struikelde uit het voertuig, overschouwde de ravage die ze had aangericht en had er kennelijk wel aardigheid in, want ze bracht eerst een brede grijns in stelling en begon toen te lachen alsof ze in een feeststemming gesukkeld was. We keken haar aan alsof ze ons een oneerbaar voorstel gedaan had.

─“Sorry, hoor!” verontschuldigde dat vreemd fatsoentje zich. “Als je het slachtoffer bent van een emotionele schok, moet je volgens mijn moeder lachen, huilen of plassen, om erger te voorkomen … en lachen leek me in deze omstandigheden het geschiktst.”

Tja, ik heb het hier al eerder geschreven: humor lost niets op, maar je leeft er wel gemakkelijker door.

The Author