Die kat kwam weer …

Een van mijn poezen ─ de moeder, die ik in een vlaag van verstandsverbijstering Dein Kluimpje genoemd heb ─ liet gisteravond verstek gaan. Ik heb de hele nacht op haar zitten wachten, maar ze kwam niet naar huis en gaf zelfs geen teken van leven.

Het gebeurt natuurlijk wel vaker dat een kat een meerdaags stapje in de wereld zet en indien het een van haar dochters betrof ─ die ik vanwege een idiote hersenkronkel met de namen Weeuwsnitje en Koortrapje bedacht ─ zou ik er zelfs geen seconde over piekeren, want die zijn vaker uithuizig. Eentje bleef ooit zelfs anderhalve maand weg en keerde toen opeens terug, alsof er niets aan de hand was. Dein Kluimpje is echter van een ander kaliber. Zoals veel vrouwen verhult ze angstvallig het geheim van haar leeftijd, maar ze kan niet langer verbergen dat ze haar jeugd achter de rug heeft. Ze wordt zienderogen oud, maar hoe oud ze precies is, daar heb ik het raden naar. Ruim tien jaar geleden is ze als zwerfkat te mijnent gearriveerd en sindsdien heeft ze me nooit langer dan een paar uur aan mijn armzalige lot overgelaten. Tot gisteravond.

Vanmorgen rond een uur of vijf, toen ik bijna omviel van de slaap en enige bezorgdheid zich van me meester begon te maken, kwam ze eindelijk aangedrenteld, of eigenlijk eerder aangestrompeld, want ze vertoonde een gapende wonde aan de buik. Niettegenstaande het onwelvoeglijke uur heb ik de dierenarts gebeld. Die kent me langer dan vandaag. Hij weet derhalve dat ik mijn beestjes op handen draag, om niet te zeggen verafgood, en getroostte zich de moeite om zo gruwelijk vroeg al een huisbezoek af te leggen. “Wat is dat toch een goedertieren man”, denk ik dan, maar vermoedelijk bestaat er een meer voor de hand liggende reden voor zijn bereidwillige medewerking: de euro. Ik ben immers een goede en trouwe klant. Mijn katten gaan vaker bij de dokter dan hun baas. Zo’n veterinair is ook niet van gisteren en zal alles in het werk stellen, om zich aangenaam te maken bij zo’n schier onuitputtelijke bron van inkomsten . Een kwartier later reed hij voor en binnen de kortste keren had hij mijn bouwvallige poes gerestaureerd, want hij mag dan misschien een poenpooier zijn, maar hij kent zijn vak. Dein Kluimpje is herstellende en zo te zien maakt ze het goed.

Ik moet er me toch dringend eens van vergewissen of er zoiets als een ziekteverzekering voor dieren bestaat. Het trio dat ik huisvest en in de watten leg, kost me klauwen geld en dat verdien ik heus niet met spuugslikken.

The Author